Belt-free safety system een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren - PDF Free Download (2024)

Transcriptie

1 Eindhoven University of Technology MASTER Belt-free safety system een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren van den Ban, I.S. Award date: 2012 Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 06. Nov. 2017

2 Belt-free Safety System Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren I.S. van den Ban 7RR37 Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 1

3 Dit rapport is het verslag van een eindstudie die is gedaan voor het doctoraal examen van de Masteropleiding Architecture, Building and Planning. Het rapport heeft daarbij mede gediend als toetssteen voor de beoordeling van de studieprestatie. In het rapport voorkomende conclusies, resultaten, berekeningen en dergelijke kunnen verder onderzoek vereisen alvorens voor extern gebruik geschikt te zijn. Wij beschouwen dit rapport daarom als een intern rapport dat niet zonder onze toestemming voor externe doeleinden mag worden gebruikt. Master of Science opleiding Architecture, Building and Planning Master track Construction Technology Faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven 2 Belt-free Safety System

4 Belt-free Safety System Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren - EINDRAPPORT - Datum: 5 juli 2012 Auteur: Ingeborg van den Ban Adres: Kalmoesplein LM Eindhoven ID nummer: Contact: T: +31 (0) E: ingeborgvandenban@gmail.com Afstudeerbedrijf: Afstudeercommissie: Hurks bouw zuid bv Pastoor Petersstraat WB Eindhoven Technische Universiteit Eindhoven Voorzitter Prof.dr.ir. J.J.N. Lichtenberg Technische Universiteit Eindhoven Hoofdbegeleider dr.ir. E.W. Vastert Technische Universiteit Eindhoven Medebegeleider dr.ir. P.A.J. van Hoof Hurks bouw zuid Bedrijfsbegeleider ir. P.C. de Visser Opleiding: Technische Universiteit Eindhoven Architecture, Building and Planning Construction Technology Afstudeerproject - 7RR37 Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 3

5 4 Belt-free Safety System

6 Voorwoord Voor u ligt het rapport dat is geschreven tijdens het afstudeerproject, dat is uitgevoerd in het eerste en tweede semester van het collegejaar , voor de Mastertrack Construction Technology aan de Technische Universiteit Eindhoven. Het afstudeerproject wordt uitgevoerd bij gastbedrijf Hurks bouw zuid. Uit het laatste masterproject, Participerend observeren, is na observatie en in samenspraak met de bedrijfsbegeleider en de hoofdbegeleider van de TU/e een afstudeeronderwerp gedestilleerd. Besloten is om onderzoek te verrichten naar de veiligheid tijdens het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren. Hierbij wil ik van de gelegenheid gebruik maken een aantal mensen te bedanken. Om te beginnen met de heer P.C. de Visser (projectleider, Hurks bouw zuid) voor zijn begeleiding, advies, luisterend oor en kritische blik tijdens het onderzoek. Ook de heer J. Hendriks (veiligheidskundige Hurks bouw zuid) wil ik bedanken voor zijn kritische vragen, tips en voor de tijd die hij vrij maakte om feedback te geven op mijn concepten. Daarnaast bedank ik de heer H. Oomen (Senior werkvoorbereider) en mevrouw I.E.A. Leeijen (werkvoorbereider) voor hun steun en gezelligheid tijdens mijn afstudeerstage op het hoofdkantoor van Hurks te Eindhoven. Daarnaast wil ik de heer E.W. Vastert (hoofdbegeleider, TU/e) en P.A.J. van Hoof (medebegeleider, TU/e) bedanken voor hun kritische blik en feedback op mijn werk. Als afsluiting een dankwoord voor mijn vriend Twan Koenders, die al mijn gedachten, twijfels, teleurstellingen, maar ook de leuke ontwikkelingen, ontdekkingen, en enthousiaste telefoontjes aan heeft gehoord en altijd achter me heeft gestaan op momenten dat ik wel eens twijfelde over de haalbaarheid van mijn onderzoek! Ik wens u veel leesplezier. Ingeborg van den Ban Eindhoven, 5 juli 2012 Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 5

7 Samenvatting Tijdens het vooronderzoek van het afstudeerproject, het Participerend observeren, is in Utrecht bij de bouw van het St. Antonius Ziekenhuis Leidsche Rijn te Utrecht gebleken dat onveilige situaties voor komen tijdens het leggen van kanaalplaatvloeren. Dit wordt veroorzaakt doordat men op hoogte werkt en niet consequent de veiligheidsgordel aan een vast punt bevestigd. De probleemstelling die hieruit is voortgekomen luidt dan ook: Tijdens het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren komen onveilige situaties voor aan de legzijden van een vloerelement ten gevolge van valgevaar, doordat op hoogte wordt gewerkt en de veiligheidsgordel niet consequent wordt gedragen. De onderstreepte begrippen worden als volgt gedefinieerd. Legzijden: de zijden waar het volgende vloerelement gelegd wordt Valgevaar: een situatie waarin door hoogteverschillen de gezondheid van de mens bedreigd wordt De doelstelling die aan de hand van deze probleemstelling is opgesteld luidt: Het ontwikkelen van een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, waarbij het risico vallen van hoogte uit het legproces wordt geëlimineerd, zonder dat dit negatieve invloed heeft op de bouwsnelheid, werkbaarheid en zonder dat expertise noodzakelijk is voor de uit te voeren werkzaamheden. Een veilige werkmethode is in dit geheel een procedure of techniek die kenmerkend is voor een bepaalde activiteit, waarbij iets of iemand vrij is gevaar of schade. [a] Door het risico vallen van hoogte uit het legproces te elimineren hoeft men ook geen gebruik meer te maken van de veiligheidsgordel. Aan de hand van een breed onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld. Tijdens dit onderzoek is gekeken naar de conclusies die zijn getrokken in het vooronderzoek Participerend observeren [10]. Daarnaast is onderzoek verricht naar de wet- en regelgeving omtrent collectieve- en persoonlijke valbeveiliging, zijn er analyses van bestaande technieken uitgevoerd en zijn interviews gehouden met medewerkers met verschillende functies binnen Hurks. Het Programma van Eisen dat hieruit is voortgekomen geldt als leidraad waar de werkmethode aan dient te voldoen. Het programma bevat eisen ten aanzien van het proces, het leggen van de kanaalplaatvloeren en/of breedplaatvloeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van een product (hulpmiddel), dat aan de gestelde wet- en regelgeving dient te voldoen. De belangrijkste eisen ten aanzien van het proces houden in dat de werkmethode gericht moet zijn op een continu proces, met maximaal 2 man uitvoerbaar moet zijn en dat men geen gebruik hoeft te maken van de persoonlijke veiligheidsgordel. De eisen ten aanzien van het product hebben met name betrekking op de vloeren; het hulpmiddel moet onafhankelijk zijn van het vloertype (kanaalplaatvloer/breedplaatvloer), van de plaatdikte of de plaatafmetingen. Tevens dient een hulpmiddel met maximaal 2 man verplaatsbaar te zijn op het vloerveld. Daarnaast zijn de kosten een belangrijk punt. De veiligheid van de medewerkers is onbetaalbaar, maar uiteraard dienen de kosten wel reëel te zijn. Wanneer de veiligheidsvoorzieningen een aantrekkelijk kostenplaatje hebben doordat de prijs gelijkwaardig is aan andere systemen, zal sneller voor de werkmethode worden gekozen. Het valgevaar aan de legzijde van de vloer is het belangrijkste gevaar dat vermeden dient te worden. Aan de hand van een methodisch ontwerpproces [12] zijn verschillende varianten voor dit 6 Belt-free Safety System

8 hulpmiddel opgesteld. Uiteindelijk wordt het legproces om dit hulpmiddel heen ontworpen, waardoor een optimaal resultaat ontstaat. Het product van het ontwerpproces is de werkmethode genaamd Belt-free Safety System. Deze werkmethode kan toegepast worden bij zowel het leggen van kanaalplaatvloeren als breedplaatvloeren en garandeert een veilige werkplek die tevens toegankelijk is voor derden, zonder dat men gebruik hoeft te maken van de veiligheidsgordel. Het systeem bestaat uit vijf onderdelen. Vier van de vijf onderdelen zijn ontwikkeld tijdens dit onderzoek. Het vijfde punt hieronder, de definitieve randbeveiliging, is geen nieuw onderdeel maar is een bestaande techniek die het slagen van het systeem mede beïnvloedt. Hieronder worden de vijf onderdelen van het Belt-free Safety System beschreven. 1. Veiligheidshek Het veiligheidshek is het meest kenmerkende onderdeel van het veiligheidssysteem. Het hek zal tijdens het leggen van de vloeren worden meegenomen in de legrichting en voorkomt valgevaar aan de legzijden van de vloeren. Het hek wordt aan de vloer bevestigd. 2. Voorraadhek Het voorraadhek zorgt ervoor dat het materieel ten behoeve van de randbeveiliging, zowel tijdelijk als definitief, op een veilige manier in het werk gehesen kan worden. Het hek blijft tijdens het leggen van de vloeren op deze plaats staan. Hier dient het als randbeveiliging en opslagplaats. 3. Tijdelijke randbeveiliging De tijdelijke randbeveiliging dient te voorkomen dat men aan de zijkant van het vloerveld naar de onderliggende verdieping kan vallen. Deze randbeveiliging heeft een tijdelijk karakter, waardoor het plaatsen en verwijderen weinig tijd in beslag neemt. 4. Legproces Het legproces beschrijft de werkmethode volgens het Belt-free Safety systeem. De volgorde van handelingen is kenmerkend voor het systeem en zorgt samen met bovengenoemde onderdelen dat het gebruik van de veiligheidsgordel overbodig is. Er zal op geen enkel moment valgevaar voorkomen aan de legzijden of de vloerrand. 5. Definitieve randbeveiliging De definitieve randbeveiliging is een bestaande techniek die wordt toegepast bij het systeem. Het is wel noodzakelijk om de veiligheid van de bouwplaatsmedewerkers te kunnen garanderen. De randbeveiliging wordt opgebouwd uit steigerbuizen. Deze definitieve randbeveiliging wordt ook in de huidige methode voor het leggen van breedplaatvloeren en/of kanaalplaatvloeren toegepast. Het systeem is in de praktijk getest en heeft zichzelf bewezen. Het concept, het basisidee, bleek de mening van de bouwplaatsmedewerkers direct bij te stellen. Bij aanvang van het afstudeerproject was men sceptisch over de doelstelling. Inmiddels is de mening bijgedraaid en gelooft men in het Belt-free Safety System! Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 7

9 Summary During the preliminary research of the graduation project The Master project Participative Observing, which was held at the construction site of the new hospital St. Antonius Hospital Leidsche Rijn in Utrecht, it was observed that unsafe situations occur during the construction of concrete hollow-core slab floors. These unsafe situations occur because the construction workers work at high elevations and they do not consistently secure their safety harness to a fixed anchor point. The problem definition therefore reads as follows: Unsafe situations occur during the construction of concrete hollow-core slab floors and wide-slab floors at the construction side of an element, this as a result of the danger of falling, because the construction occurs at high elevations and the construction workers do not consistently secure their safety harness to a fixed anchor point. Note: The construction side of an element is the side of the slab floor at which the adjoining slab floor is constructed (placed). The objective of this project is based on the problem definition and reads: To develop a safe construction method to construct concrete hollow-core slab floors and wide-slab floors where the risk of falling from heights is eliminated from the construction process without negative impact on construction time, workability and without the necessity to have expertise for the work to be carried out. In this case a safe construction method is a procedure or technique along with a certain activity, where something or someone is free from danger or damage.[a] By eliminating the risk of falling from heights in the construction process the workers no longer need to use the safety harness. On the basis of a broad research a Program of Requirements has been drawn up. During this research period the conclusions of the preliminary research The Master project Participative Observing [10] are examined. Also research is done into legislation on collective- and personal fall protection, current methods and techniques are analysed and interviews are carried out with certain employees of Hurks. The resulting Program of Requirements are the guiding principles to which the development of the safe construction method is to adhere. The Program includes requirements regarding the total construction process (constructing concrete hollow-core slab floors and wide-slab floors), where a product (tool) is be used, that complies with legislation on collective- and personal fall protection. The most important requirements about the process entail that the construction method is based on a continuous process, that it can be carried out by a maximum of two workers and that the worker does not have to use a safety harness. The requirements of the tool mainly relate to the floor properties; the tool is to be independent of the type of floor (concrete hollow-core slab floors and /or wide-slab floors), slab height or slab size. Also only a maximum of two workers must be able to move the tool on the construction site. Besides that, the total costs are very important. The safety of employees is priceless, but the total costs of the method needs to realistic. The safe construction method will most likely be implemented when it is not more expensive than some other comparable method. The most important risk that needs to be avoided is the risk of falling from heights at the construction side of an element. Some variants of the tool, which will prevent the workers falling 8 Belt-free Safety System

10 from heights, are created by a methodical design process [12]. When a tool is designed, it will be implemented in a construction process to create an optimal process. The Belt-free Safety System is the result of the design process. This construction method needs to be applied to construct concrete hollow-core slab floors and wide-slab floors. A safe workplace, which is accessible for others, is guaranteed without the use of a safety harness. The system consists of five parts. Four of the parts are developed during this graduation project. The fifth one below, the final edge protection, is not a new development but is an existing technique which influences the success of the Belt-free Safety System. The five parts of the system are explained below. 1. Safety fence The most characteristic part of this Safety System is the safety fence. This fence can be relocated during construction of slab floors in the direction of placement. It prevents people from falling from heights at the construction side of the floors. The fence will be fixed to the floor. 2. Stock fence The stock fence ensures that the necessary equipment for the placement of final- and temporary edge protection can be hoisted in a safe way. During the construction of the slab floors the stock fence is not relocated. Its purpose is both edge protection and the storage of equipment. 3. Temporary edge protection Temporary edge protection prevents people from falling from heights at the side of an underlying floor. This edge protection is a temporary situation, whereby placement and removal is completed quickly. 4. Construction process The construction process describes the construction method according to the Belt-free Safety System. The most characteristic part of the process is the order of activities. This means that together with the parts mentioned above, the use of the safety harness is not necessary. Danger of falling from heights will not occur at any moment at the construction side of floor edges. 5. Definitive edge protection The existing technique which is used is the definitive edge protection, built from scaffold tubes. This is necessary to guarantee the safety of the construction workers. This existing technique is used nowadays at construction sites to provide edge protection. The Belt-free Safety System is tested and proved itself. The concept, the idea behind the system, changed the point of view of the construction workers directly. People were sceptical about the objective of the graduation project at first, but at this time they changed their minds and now believe in the Belt-free Safety System! Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 9

11 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Samenvatting... 6 Summary Inleiding Aanleiding thema veiligheid op de bouw Bouw St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Wat is veiligheid? Belang van onderzoek naar veiligheid Oorzaken van arbeidsongevallen op de bouw Procesanalyse van het leggen van vloeren Leggen van kanaalplaatvloeren Leggen van breedplaatvloeren Knelpuntenanalyse Knelpunten Oorzaken en gevolgen Probleemdefinitie Doelstelling Leeswijzer Eisen ten aanzien van de werkmethode Participerend observeren Wet- en regelgeving Arbo-wet Collectieve valbeveiliging Persoonlijke valbeveiliging Conclusies Bestaande technieken Collectieve valbeveiliging Persoonlijke valbeveiliging Legmethoden Conclusies Behoefte uit de praktijk Conclusies Programma van Eisen Afbakening concepten Programma van Wensen Toetsen van bestaande technieken aan PvE Conclusie Conceptontwerpen Hoofdfunctie hulpmiddel Intermezzo - concepten eerste vloer Intermezzo - concepten vloer 2 t/m X Deelfuncties hulpmiddel Deelfunctie bereikbaarheid Ontwerpvarianten Het leggen van de eerste breedplaatvloer Het leggen van de eerste kanaalplaatvloer Het leggen van de overige breedplaatvloeren Het leggen van de overige kanaalplaatvloeren Belt-free Safety System

12 3.4 Selectie ontwerpvarianten Conclusie Belt-free Safety System beschrijving van de werkmethode Het veiligheidshek Verschillen kanaalplaatvloer breedplaatvloer Materialisatie Dimensionering Gewicht van het veiligheidshek Het voorraadhek Materialisatie Tijdelijke randbeveiliging Verschillen kanaalplaatvloer breedplaatvloer Materialisatie Dimensionering Het legproces Beschrijving van de voorbeeldsituatie Beschrijving van de werkmethode Definitieve randbeveiliging Belt-free Safety System bij het leggen van kanaalplaatvloeren Eigenschappen Belt-free Safety System Kosten van het Belt-free Safety System Toetsen van de werkmethode Toets aan het PvE Toets bij project Groeseind - Tilburg Projectgegevens Doel van de toets Aanvangssituatie Betrokken personen bij de toets De toets Conclusies en bevindingen Meningen uit de praktijk Uitvoerders project Groeseind te Tilburg Bouwplaatsmedewerkers project Groeseind te Tilburg Veiligheidskundige Hurks Kraanmachinist Hurks bouw zuid Resumé Literatuurlijst Literatuur Webpagina s Bijlagen Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 11

13 1 Inleiding In dit inleidende hoofdstuk wordt er aandacht besteed aan de aanleiding van deze scriptie: een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren. Op basis van de aanleiding is een procesanalyse uitgevoerd van het leggen van vloeren. Hieruit resulteren verschillende knelpunten, welke leiden tot de probleemdefinitie en doelstelling voor deze scriptie. 1.1 Aanleiding thema veiligheid op de bouw Er zijn meerdere aanleidingen voor het thema van deze scriptie: veiligheid in de bouw bij het leggen van vloeren. Tijdens het project Participerend observeren bleken onveilige situaties voor te komen bij het leggen van de vloeren, ook de ongevalcijfers liegen er niet om: er gebeuren te veel ongevallen door vallen van hoogte Bouw St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Tijdens het project Participerend observeren, voorafgaand aan het schrijven van dit rapport, is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie gedurende de uitvoering van de ruwbouw van het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht. Hurks bouwt hier in opdracht van het St. Antonius Ziekenhuis een nieuwe locatie. Ten tijde van het project Participerend observeren was het ziekenhuis in aanbouw, volop in de ruwbouwfase, zie Figuur 1.1. Hier werd het skelet van het ziekenhuis gerealiseerd: prefab betonnen kolommen en balken (pi-frames), waar kanaalplaatvloeren op worden gelegd. Tijdens de observaties bleek dat de bouwplaatsmedewerkers veiliger te werk gingen als ze wisten dat ze werden geobserveerd. Figuur 1.1: ruwbouwfase St. Antonius Ziekenhuis Utrecht. Om de beweegreden hiervan te achterhalen is nader onderzoek gedaan naar het begrip veiligheid en zijn de processen uit de ruwbouwfase geanalyseerd Wat is veiligheid? Veiligheid is een ruim begrip, waar bouwveiligheid en bouwplaatsveiligheid een onderdeel van zijn. Bouwveiligheid betreft de constructieve- en brandveiligheid. De bouwplaatsveiligheid heeft betrekking op de veiligheid op en rond de bouwplaats tijdens de uitvoering. De focus voor dit onderzoek ligt op bouwplaatsveiligheid tijdens de uitvoering van de ruwbouwfase. De tegenhanger van veilig is onveilig. Volgens het Van Dale woordenboek betekent onveilig, gevaar opleverend [a]. Veiligheid is in de Arbowet gedefinieerd als zijnde een toestand waarin iets of iemand vrij is van letsel en/of schade [b]. Om tot een veilige bouwplaats te komen is het nodig om de onveilige situaties in kaart te brengen met de bijbehorende oorzaken en gevolgen. Na een analyse van deze oorzaken kunnen de bijzaken van de hoofdzaken worden gescheiden en de bron van het probleem worden aangepakt Belang van onderzoek naar veiligheid De totale kosten die in 2009 zijn gemaakt ten behoeve van arbeidsongevallen in de bouw lagen op circa 65 miljoen euro. Een op de veertien jongeren in de bouw heeft het afgelopen jaar een arbeidsongeval gekregen. Dat blijkt uit de Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 van Arbouw. Verreweg de meeste arbeidsongevallen in de bouw hebben te maken met vallen van hoogte of met verstappen, struikelen of uitglijden. Het komt ook veel voor dat werknemers geraakt worden 12 Belt-free Safety System

14 door vallende voorwerpen, machines of gereedschap. Ondanks dat de gemiddelde verzuimduur per ongeval is gedaald en het aantal werknemers met een arbeidsongeval in de laatste 30 jaar ongeveer is gehalveerd, is er nog verbetering mogelijk. Ruim 7% van de werknemers dat een arbeidsongeval heeft gehad geeft aan dat het ongeval voorkomen had kunnen worden als de werkgever de vereiste veiligheidsmaatregelen had getroffen. Bijna een vijfde is van mening dat het ongeval voorkomen had kunnen worden als zij zelf veiligheidsmaatregelen hadden getroffen. [4] Het belang van onderzoek naar veiligheid op de bouwplaats is het vergroten van het bewustzijn van de mensen op de werkvloer, waardoor minder onveilige situaties ontstaan en dus een veiliger bouwplaats tot stand komt. Tevens wordt door onderzoek de situatie op een bouwplaats in kaart gebracht, waardoor de oorzaken van ongevallen bekeken kunnen worden en vervolgens worden geëlimineerd Oorzaken van arbeidsongevallen op de bouw Er is onderzoek gedaan naar de oorzaken van de aan de Arbeidsinspectie gemelde ongevallen. Hier is tevens gekeken naar de verschillende type ongevallen waarvan meer dan 30 ongevallen in zes jaar zijn gerapporteerd. Tabel 1 geeft een overzicht van deze ongevallen en geeft weer welke ongevallen het meest voorkomen. Tabel 1: type ongevallen in de bouwnijverheid (voor scenario s > 30 ongevallen in 6 jaar) [d] Type ongeval Periode Per jaar % feb.2004 Val van hoogte dak, verdieping, enz Val van ladder Val van steigers Contact met vallende objecten overig Contact met bewegende delen van een machine Contact met vallende objecten van kranen incl. vallende lasten Contact met vliegende (wegschietende) objecten Contact met zwaaiende objecten / hangende lasten Contact met elektriciteit Aanrijding (van voetganger) door voertuig Ongevallen op/in bewegende voertuigen Val van bewegende platforms Val van hoogte onbeschermd overig Contact met handgereedschap Struikelen en/of uitglijden Beknellingen Contact met object gedragen/gebruikt door slachtoffer Brand Uit Tabel 1 blijkt dat vallen van hoogte, en wel van een dak of verdieping, het meest voorkomende ongeval is dat is aangegeven bij de Arbeidsinspectie. Per jaar gebeuren hier 98 ongevallen mee. Voor 78% van de bouwbedrijven is het werken op hoogte een normaal verschijnsel. Uit de ongevalsstatistieken blijkt dat voortdurend aandacht geschonken moet worden aan de veiligheidsaspecten bij werken op hoogte. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 13

15 1.2 Procesanalyse van het leggen van vloeren Volgens de cijfers van de Arbeidsinspectie blijkt dat vallen van hoogte van een dak of verdieping het meest voorkomende ongeval is op een bouwplaats. Bij de bouw van het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht zijn in de ruwbouwfase drie processen waarbij op hoogte wordt gewerkt, zie Figuur 1.2: Leggen van kanaalplaatvloeren Plaatsen van pi-frames (prefab betonelement van twee kolommen en een balk) Plaatsen HSB elementen Kanaalplaatvloeren worden vaak toegepast in de utiliteitsbouw en woningbouw, terwijl een pi-frame of een houtskeletbouw element vaak projectspecifiek is. Omdat een kanaalplaatvloer vaker wordt toegepast wordt dit onderzoek gericht op de veiligheid bij het leggen van kanaalplaatvloeren. Gezien het feit dat de normen qua veiligheid zijn aangescherpt voor het leggen van breedplaat-vloeren en de breedplaatvloer uitvoeringstechnisch weinig verschilt van een kanaalplaatvloer, wordt tevens toegespitst op de veiligheid bij het leggen van breedplaatvloeren Leggen van kanaalplaatvloeren Het plaatsen van een kanaalplaatvloer is onder te verdelen in zeven stappen, zie tevens Figuur Aanpikken element 2. Plaatsen oplegrubber 3. Globaal positioneren element 4. Opmeten afwijking 5. Exact positioneren element 6. Afpikken element 7. Plaatsen randbeveiliging Stap één en twee worden gelijktijdig uitgevoerd. Het element wordt aangepikt van de vrachtwagen door twee personen. Tegelijkertijd plaatsen de medewerkers op de vloer waar het nieuwe vloerelement gelegd moet worden het Pi-frame kanaalplaatvloer HSB element Figuur 1.2: schematische weergave van de te observeren elementen van het ziekenhuis Figuur 1.3: het plaatsen van de oplegrubbers op de oplegnokken van de pi-frames oplegrubber op de oplegnok. Vervolgens komt het element aan met de kraan en wordt het op de oplegnokken globaal gepositioneerd. Om er voor te zorgen dat het element in het midden ligt, wordt de lengteafwijking van de vloer opgemeten en gemiddeld. Door de vloer met een koevoet te verplaatsen wordt het element exact gepositioneerd. Vervolgens wordt de klem gelost en wordt de vloer afgepikt. Als laatste bewerking wordt de randbeveiliging geplaatst. Bij het plaatsen van de oplegrubbers, stap 2, doet zich een probleem voor. Figuur 1.3 illustreert stap twee: het plaatsen van het oplegrubber. De vloerenleggers lopen hier over de balk van het pi-frame, wat zeer risicovol is. Wanneer voor een andere uitvoeringsvolgorde was gekozen, zou deze situatie voorkomen kunnen worden. In dat geval zou tijdens het plaatsen van de pi-frames de oplegrubbers al geplaatst kunnen worden, waardoor de vloerenleggers hier niet meer naar hoeven om te kijken. Wanneer het in de werkvoorbereiding beter was opgenomen, had bijvoorbeeld aangegeven kunnen worden dat vanaf de verdieping eronder het oplegrubber geplaatst moet worden; de medewerkers zullen dan met een ladder of rolsteiger vanaf de onderliggende verdieping het rubber plaatsen, waardoor het valgevaar uitgesloten wordt. 14 Belt-free Safety System

16 Figuur 1.5: SADT schema voor het leggen van een kanaalplaatvloer Figuur 1.4: SADT schema voor het leggen van een breedplaatvloer Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 15

17 1.2.2 Leggen van breedplaatvloeren Het gehele proces van het leggen van een breedplaatvloer is onder te verdelen in negen stappen. 1. Plaatsen onderstempeling 2. Aanpikken element 3. Positioneren element (Figuur 1.6) 4. Afpikken element 5. Plaatsen randbeveiliging 6. Plaatsen randelement 7. Aanleggen installaties en leidingen 8. Plaatsen bovenwapening 9. Storten beton 10. Verwijderen randbeveiliging Figuur 1.6: het positioneren van het element, stap 3 Ook hier is alleen gekeken naar de problemen die zich voordoen tijdens de eerste vijf stappen van het proces en stap 10,. Stap zes tot en met negen vallen buiten beschouwing van het onderzoek, gezien deze werkzaamheden plaats vinden binnen de geplaatste randbeveiliging, waardoor valgevaar is uitgesloten. 1.3 Knelpuntenanalyse Bij de procesanalyses zijn verschillende knelpunten naar voren gekomen. Hier worden alleen de knelpunten besproken die een wezenlijk aandeel hebben in de veiligheid in de ruwbouwfase Knelpunten Tijdens het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren komen onveilige situaties voor aan de legzijde ten gevolge van valgevaar. Door wisselende omstandigheden komt het voor dat een levering vloeren niet compleet is of niet op tijd op de bouwplaats wordt geleverd. Hierdoor ontstaat een opening in het vloerveld. Hierop moet geanticipeerd worden door het vloerveld te omringen met randbeveiliging. Aangelijnd werken wordt als hinderlijk en belemmerend ervaren. Ten eerste komt dit doordat men de persoonlijke veiligheidsgordel foutief hanteert; het harnas wordt niet op de juiste manier aangetrokken en er wordt foutief aangelijnd. Zo wordt de vallijn om een stek gehangen, de lijn ligt losjes op de vloer terwijl deze strak dient te staan. Ten tweede wordt ondervonden dat de lijn het loopgebied beperkt en vinden de gebruikers dat de lijn struikelgevaar oplevert. Doordat er geen randbeveiliging aanwezig is op het vloerveld waar wordt gewerkt tijdens het leggen van de kanaalplaatvloer, is er een grote kans op valgevaar. Mede doordat er verschillende onderaannemers op het vloerveld aan het werk zijn terwijl er nog geen randbeveiliging is geplaatst. Het niet consequent plaatsen van randbeveiliging leidt tot onveilige situaties.. Doordat de randbeveiliging vaak voor verschillende werkzaamheden tijdelijk verwijderd of verplaatst moet worden en verschillende onderaannemers hier verantwoordelijk voor zijn, wordt de randbeveiliging niet altijd consequent teruggeplaatst. De ongelukkige uitvoeringsvolgorde. Bij zowel het leggen van de kanaalplaatvloeren als de breedplaatvloeren is de uitvoeringsvolgorde niet optimaal ontworpen. Hierdoor zijn verschillende plaatsen moeilijk bereikbaar waardoor onveilige situaties ontstaan. De veiligheid wordt per proces bekeken en niet voor meerdere processen samen. Bij een ongeval door vallen van hoogte, blijkt dat 42 ongevallen voorkwamen tijdens activiteiten voor het aanleggen van een dak of verdieping. Eén op de negen personen komt te overlijden bij een val van hoogte, twee op de negen houden blijvend letsel over aan de val. [d] [h] 16 Belt-free Safety System

18 1.3.2 Oorzaken en gevolgen Alle bovengenoemde knelpunten hebben hetzelfde gevolg: onveilige situaties gedurende de ruwbouwfase. Alle knelpunten hebben vier hoofdoorzaken, zoals ook in Figuur 1.7 is weergegeven: de niet functionele veiligheidsgordel de veiligheid wordt per proces bekeken en niet naar verschillende processen als geheel door lange ervaring ontstaat blinde routine in de werkzaamheden, men wordt minder kritisch een ongelukkige uitvoeringsvolgorde zorgt voor onveilige situaties Daarnaast worden alle onveilige situaties veroorzaakt door valgevaar. Figuur 1.7: stroomdiagram van onveilige situaties gedurende de ruwbouwfase. In het grijs gestippeld zijn oorzaken aangegeven die niet altijd tot onveilige situaties leiden. De vetgedrukte, ingekleurde hokjes zijn de hoofdoorzaken van onveilige situaties Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 17

19 1.4 Probleemdefinitie Naar aanleiding van de knelpuntenanalyse uit paragraaf 1.3 is het volgende probleem gedefinieerd: Tijdens het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren komen onveilige situaties voor aan de legzijden van een vloerelement ten gevolge van valgevaar, doordat op hoogte wordt gewerkt en de veiligheidsgordel niet consequent wordt gedragen. De onderstreepte begrippen worden als volgt gedefinieerd. Onveilige situaties: een situatie waarin iets of iemand niet vrij is van gevaar of schade Legzijden: de zijden waar het volgende vloerelement gelegd wordt, Figuur 1.8. De vloerrand, Figuur 1.9, behoort niet tot de legzijde. Valgevaar: een situatie waarin door hoogteverschillen de gezondheid van de mens bedreigd wordt Figuur 1.8: de legzijden, in rood weergegeven, van reeds gelegde vloerelementen Figuur 1.9: de vloerrand, in geel weergegeven, behoort niet tot de legzijden van een vloerelement 1.5 Doelstelling Aan de hand van de probleemstelling is een doelstelling geformuleerd, de doelstelling die in deze scriptie zal worden uitgewerkt. Deze luidt als volgt: Het ontwikkelen van een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, waarbij het risico vallen van hoogte uit het legproces wordt geëlimineerd, zonder dat dit negatieve invloed heeft op de bouwsnelheid, werkbaarheid en zonder dat expertise noodzakelijk is voor de uit te voeren werkzaamheden. De onderstreepte begrippen worden als volgt gedefinieerd. Veilig: toestand waarin iemand of iets vrij is van gevaar of schade [a] Werkmethode: procedures en technieken die kenmerkend zijn voor een activiteit [a] 1.6 Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt het Programma van Eisen beschreven dat is opgesteld ten behoeve van de te ontwerpen werkmethode. Hoofdstuk drie gaat vervolgens verder met conceptontwerpen die de aan de doelstelling voldoen. Na verschillende afwegingen blijft één concept over, waar vervolgens het ontwerp op gebaseerd is. Hoofdstuk vier bespreek de ontworpen werkmethode en behandelt per paragraaf de verschillende onderdelen van de methode. Afsluitend van het onderzoek is de werkmethode in de praktijk getest, waarvan een beschrijving in hoofdstuk vijf terug te vinden is. Hoofdstuk zes is een resumé op het afstudeerproject. 18 Belt-free Safety System

20 2 Eisen ten aanzien van de werkmethode Alvorens een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren ontworpen kan worden, dient eerst een Programma van Eisen (hierna te noemen PvE) te worden opgesteld. Het PvE zal binnen verschillende categorieën eisen stellen, waardoor een onderzoek noodzakelijk is om de inhoud op te kunnen stellen. Figuur 2.1 geeft schematisch de opbouw van het PvE weer. Figuur 2.1: schematisering van de opbouw van het PvE Het PvE krijgt input vanuit het vooronderzoek, verricht tijdens het project Participerend observeren. Vanuit de wet- en regelgeving worden randvoorwaarden gesteld. Daarnaast wordt gekeken of er bestaande technieken zijn die aanknopingspunten geven voor eisen en wensen voor de te ontwikkelen werkmethode. Als laatste wordt door middel van het houden van interviews gekeken welke behoefte er is vanuit de praktijk. 2.1 Participerend observeren Vanuit het project Participerend observeren zijn een aantal zaken opgevallen, die input vormen voor het PvE. Opgesomd komt dit op het volgende neer: Een nieuwe werkmethode moet onafhankelijk zijn van: o Vloerelement o Plaatdikte o Plaatafmeting o Vloeroppervlak De werkmethode moet toepasbaar zijn bij wanden/balken Voor de uitvoering mag niet meer dan 2 man benodigd zijn (zoals de huidige situatie) De doorlooptijd van het legproces mag niet langer zijn dan het huidige proces De werkmethode moet gericht zijn op repetitie, een continu proces Expertise mag niet noodzakelijk zijn Valgevaar aan de legzijde moet worden voorkomen 2.2 Wet- en regelgeving Uit onderzoek van Arbouw, een organisatie die gericht is op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de bouw, is gebleken dat wanneer het treffen van veiligheidsmaatregelen ten koste gaat van de productie, dit aanleiding geeft tot een verminderd voornemen tot veilig gedrag. Daarnaast wordt gesteld dat de verbetering van de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid van de werknemers op het werk een doel is dat niet aan zuiver economische overwegingen ondergeschikt mag worden gemaakt. Om te voorzien in een veilige werksituatie zijn wetten opgesteld in de Arbeidsomstandighedenwet. Hierin worden algemene regels uiteengezet, alsmede regels ten behoeve van randbeveiliging en persoonlijke valbeveiliging. [2] [3] Arbo-wet De wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden is ingedeeld in vier niveaus: de Arbo-wet, het Arbobesluit, de Arboregeling en de Arbobeleidsregels. De Arbo-wet, afkorting voor Arbeidsomstandighedenwet, vormt de basis van de Arbowetgeving. Hierin staan de algemene bepalingen die gelden voor alle plekken waar arbeid wordt verricht. Het betreft hier een kaderwet, wat betekent dat er geen concrete regels in staan. Die regels zijn verder uitgewerkt in het Arbobesluit en de Arboregeling. In 2005 is de Arbo-wet aangepast om beter te voldoen aan de Europese "Kaderrichtlijn veiligheid en gezondheid van werknemers op Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 19

21 het werk". Deze richtlijn regelt de arbeidsomstandigheden voor de Europese Unie zodat voor alle werknemers binnen de EU een zekere kwaliteit aan arbeidsomstandigheden gewaarborgd is. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid op de bouwplaats ligt in eerste instantie bij de werkgever. Deze is verplicht het werk zodanig in te richten dat het niet alleen veilig is, maar moet er ook voor zorgen dat er geen nadelige situaties ontstaan voor de gezondheid. Tevens is de doelstelling van de wet om ziekte bij werknemers te voorkomen door een ziekteverzuimbeleid te voeren. Het Arbobesluit is een globale uitwerking van de Arbowet. Hierin staan de regels waar zowel werkgever als werknemer zich aan moet houden om arbeidsrisico's tegen te gaan. Deze regels zijn verplicht. Er staan ook afwijkende- en aanvullende regels in voor een aantal sectoren en categorieën werknemers. De Arboregeling is weer een verdere uitwerking van het Arbobesluit. Het gaat hierbij om concrete voorschriften. Bijvoorbeeld de eisen waar arbeidsmiddelen aan moeten voldoen of hoe een arbodienst zijn wettelijke taken exact moet uitvoeren. Ook deze regels zijn verplicht voor werkgever en werknemer. De Arbobeleidsregels bevatten geen bindende voorschriften, maar geven wel suggesties hoe de werkgever de minimale bescherming die de wet verlangt, kan bereiken. Een werkgever kan dus zelf bepalen op welke manier hij dat niveau wilt bereiken. Per 1 januari 2011 zijn de beleidsregels vervangen door de Arbocatalogus. De catalogus geeft weer hoe de werkgever invulling kan worden gegeven aan de door de overheid gestelde doelvoorschriften om gezond en veilig te kunnen werken. [5] [c] [d] [i] Collectieve valbeveiliging In artikel 3.16 van het Arbobesluit staat beschreven dat bij werken op hoogte een veilige werkplek gecreëerd dient te worden. Dit kan worden gedaan door middel van een steiger, bordes of werkvloer welke voorzien moeten zijn van deugdelijk leuning- of hekwerk. Beleidsregel 3.16 (Bijlage 1) geeft suggesties over hoe een werkgever de minimale bescherming die de wet verlangt, kan bereiken. Regel is dat collectieve valbeveiliging (hekwerken en leuningen) de voorkeur geniet boven persoonlijke valbeveiliging. [e] De beleidsregel schrijft dat doelmatige hekwerken of leuningen noodzakelijk zijn indien De valhoogte 2,5 meter of meer is; De valhoogte 2,5 meter of minder is, maar wanneer gevaar heerst op uitstekende delen te vallen, gevaar heerst in het water te vallen of wanneer er aanwezigheid is van verkeer. Leuningwerken kunnen achterwege blijven wanneer de werkzaamheden op minimaal vier meter van de vloerrand/dakrand plaatsvinden. In dat geval moet de arbeidszone alsmede de weg ernaartoe duidelijk gemarkeerd zijn. Indien wel een leuning toegepast moet worden, kent deze een minimale dimensionering, zoals staat beschreven in het Arbobesluit. Een leuning of hek dient minimaal één meter hoog te zijn ten opzichte van het werkvlak. Daarnaast moet aansluitend op het werkvlak een kantplank zijn aangebracht van ten minste vijftien centimeter hoog. Dit betekent dat wanneer bijvoorbeeld de druklaag op kanaalplaatvloeren is gestort, de leuning verhoogd dient te worden om aan de één meter eis te blijven voldoen. [6] [7] Bij leuningwerk moeten de tussenregels of stijlen dusdanig worden geplaatst dat een kubus met zijden van 47 centimeter er niet doorheen kan. Dit is weergegeven in Figuur 2.2. Bij toepassing van een hekwerk mag de maaswijdte niet groter zijn dan 100 cm². [7] Tevens is de sterkte van de leuning of het hek vastgelegd. Zo mogen de randbeveiligingen niet bezwijken wanneer een neerwaartse belasting van 1,25 kn op de meest ongunstige plaats wordt aangebracht. Bij een horizontale belasting van 0,3 kn op de meest ongunstige plaats mag de randbeveiliging niet worden verplaatst en niet meer dan 35 millimeter doorbuigen. Bij een 20 Belt-free Safety System

22 opwaartse belasting van 0,3 kn op de meest ongunstige plaats moet de randbeveiliging in functie blijven. Dit is weergegeven in Figuur 2.3. Dit betekent dat de randbeveiliging aan de vloer gekoppeld dient te worden. [7] Voor het maximale gewicht van de te tillen onderdelen wordt in het Arbobesluit voorgeschreven dat onder ideale omstandigheden het gewicht niet groter mag zijn dan 23 kg. [7] Figuur 2.2: maatvoering leuningwerk Figuur 2.3: sterkte van leuning- of hekwerk Persoonlijke valbeveiliging Wanneer de collectieve veiligheidsmaatregelen, zoals een steiger, bordes of werkvloer welke voorzien moeten zijn van deugdelijk leuning- of hekwerk, niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden aangebracht, moet gebruik worden gemaakt van persoonlijke valbeveiliging. Zo zegt artikel 3.16 van het Arbobesluit. In Europees geldende normen is vastgelegd waar het valbeveiligingssysteem specifiek aan moet voldoen. Zo gaat de norm NEN-EN 363 in op het valbeveiligingssysteem als geheel. Daarnaast zijn er normen die ingaan op de veiligheidslijnen, schokdempers, valbeveiligers met automatische lijnspanners, koppelingen, verankeringvoorzieningen, beproevingsmethoden en de algemene eisen ten aanzien van de gebruiksaanwijzingen het labelen van de systemen. Een persoonlijke valbeveiliging voorkomt het vallen van hoogte, het abrupt breken van de val en het afknellen door de vallijn. Om hieraan te kunnen voldoen moet het valbeveiligings-systeem uit drie onderdelen bestaan, te weten een vast en stevig bevestigingspunt voor de beveiligingskabel een harnas dat de medewerker via een kabel verbindt met het bevestigingspunt een valstopapparaat of valdemper In geval van vloerhoogten tot en met vier meter moet het valbeveiligingssysteem gebiedsbe-grenzend zijn. Dit houdt in dat de gebruiker door de vallijn wordt tegengehouden vóór hij van de rand van het vloerveld kan vallen. Een voorbeeld wordt weergegeven in Figuur 2.4. Figuur 2.4: systeem van vloerankers/klemmen, harnasgordels met rolautomaat als beveiliging aan het legfront. Gebiedsbegrenzing op vier meter mogelijk. [7] Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 21

23 2.2.4 Conclusies Uit de eisen die worden gesteld in de wet- en regelgeving met betrekking tot randbeveiliging en persoonlijke valbeveiliging zijn een aantal conclusies te trekken: Een randbeveiliging moet een balustrade bevatten. De balustrade moet minimaal 1m boven het vloeroppervlak uitkomen. Randbeveiliging: er mag geen lichaam van 470x470mm tussen de balustrade door kunnen. Een knieleuning op maximaal 500mm van het vloerniveau. Bij een neerwaartse belasting van 125kg mag de leuning niet bezwijken. Bij een opwaartse belasting van 30kg mag de leuning niet bezwijken. Bij een horizontale belasting van 30kg mag de leuning niet meer doorbuigen dan 35mm. Het bevestigingspunt voor de veiligheidsgordel aan de vloer dient minimaal 4 meter van de vloerrand te zitten. 22 Belt-free Safety System

24 2.3 Bestaande technieken Er zijn verschillende methoden ten behoeve van valbeveiliging. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen collectieve valbeveiliging en persoonlijke valbeveiliging. Deze verschillende systemen zijn beoordeeld op hun specifieke eigenschappen en kenmerken en de voor- en nadelen zijn benoemd. Een korte omschrijving per methode wordt in paragraaf en gegeven. Daarnaast zijn er bestaande methoden voor het leggen van kanaalplaat- en breedplaatvloeren die nader zijn bekeken en worden beschreven in paragraaf Collectieve valbeveiliging Wanneer maatregelen worden genomen die valgevaar voorkomen voor meer dan één persoon, wordt dit collectieve valbeveiliging genoemd. Er zijn verschillende randbeveiligingssystemen op de markt ten behoeve van collectieve veiligheid. Deze systemen zijn geanalyseerd aan de hand van de specifieke eigenschappen en kenmerken en de voor- en nadelen zijn uiteengezet. De volgende randbeveiligingssystemen zijn geanalyseerd: Balustrade van steigerplanken De balustrade die het meest wordt toegepast in de bouw is een combinatie van leuninghouders en steigerplanken, zoals weergegeven in Figuur 2.6. De leuninghouders worden op de vloerrand, op onderliggende baddingen of in een sparing geplaatst. Vervolgens worden hier steigerplanken doorheen geschoven op drie hoogtes. Figuur 2.5: animatie van een balustrade met steigerplanken, geklemd op de onderliggende baddingen Toepassingsgebied:kanaalplaatvloer + breedplaatvloer Risico s tijdens plaatsen: vallen van hoogte, meer dan 2,5m Benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Kosten: o Klembaluster: 0,34 per week per stuk o Steigerhout: 0,11 per week per meter o Totaalprijs: 0,20 per week per meter Figuur 2.6: praktijkvoorbeeld balustrade met steigerplanken Voordelen: o Goedkoop systeem o Eeenvoudig op te bouwen o Snel op te bouwen o Lichte onderdelen o Gemakkelijk tijdelijk een paar planken wegnemen Nadelen: o Gemakkelijk planken wegnemen waardoor openingen in de randbeveiliging ontstaan o Voordat de balustrade wordt opgebouwd dient men eerst een aantal vloerplaten te leggen. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 23

25 Balustrade van steigerbuizen Een vaak toegepaste randbeveiliging is de balustrade die is opgebouwd uit steigerbuizen. Bij woningbouw is het vaak het geval dat een schoen wordt ingemetseld tussen de kalkzandsteen blokken, waar vervolgens de staanders van de leuning in kan worden geplaatst. Met klemmen worden de liggers aan de staanders bevestigd, waardoor een veilige randbeveiliging ontstaat. Dit wordt weergegeven in Figuur 2.8 De kantplank wordt normaliter vervaardigd door de randkist van de breedplaatvloer. Figuur 2.7: twee bouwplaatsmedewerkers plaatsen de ligger op kniehoogte in de klemmen van de leuningstaander Figuur 2.8: een hoek waar twee leuningen samen komen bij woningbouw Toepassingsgebied:kanaalplaatvloer + breedplaatvloer Risico s tijdens plaatsen: vallen van hoogte, meer dan 2,5m Benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Kosten: o Leuningstaander: 0,23 per week per stuk o Dwarsligger: 0,13 per week per 4 meter o Totaalprijs: 0,15 per week per meter Voordelen: o Goedkoop systeem o Eeenvoudig op te bouwen o Snel op te bouwen o Lichte onderdelen o Gemakkelijk tijdelijk een paar buizen wegnemen Nadelen: o Gemakkelijk buizen wegnemen waardoor openingen in de randbeveiliging ontstaan o Voordat de balustrade wordt opgebouwd dient men eerst een aantal vloerplaten te leggen. o Men staat één meter onder vloerniveau de staander in de schoen te schuiven wat soms moeizaam gaat. 24 Belt-free Safety System

26 Rasterhekken Het rasterhek is een van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van randbeveiliging. Het hek is 1,15 meter hoog en bevat een kantplank van 15 cm hoog, Figuur Door de vele bevestigingsmogelijkheden is het rasterhek toepasbaar in veel verschillende situaties. [f] Figuur 2.9: voorbeeld van een rasterhek van het merk Tammet Toepassingsgebied:kanaalplaatvloer + breedplaatvloer Risico s tijdens plaatsen: vallen van hoogte, meer dan 2,5m Benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Kosten: o Rasterhek 2,6m breed: 1,50 per week per stuk o Verstelbare veiligheidsstaander: 0,45 per week per stuk o Multifoot: 0,40 per week per stuk o Totaalprijs: 1,23 per week per meter Figuur 2.10: rasterhek met een hoogte van 1,15m en een lengte van 2,3m Voordelen: o Zowel hek als afsluiting o Doordat de hekken deels overlappend worden opgehangen kan niet zo maar een hek worden weggepakt. o Verschillende bevestigingsmogelijkheden, toepasbaar bij alle constructies Nadelen: o De hekken moeten door 2 personen worden geplaatst in verband met het gewicht o Doordat de hekken deels overlappend worden opgehangen kan niet zo maar een hek worden weggepakt. o Neemt veel opslagruimte in beslag op de bouwplaats Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 25

27 Halve randtafelsysteem Het halve randtafelsysteem van SAFE zorgt ervoor dat aan de rand van vloervelden altijd veilig wordt gewerkt, doordat er geen valgevaar meer aanwezig is. De medewerkers hoeven hier dan ook geen veiligheidsgordel te gebruiken. Figuur 2.11: halve randtafelsysteem. De tafel wordt van de 1 e verdieping naar de 2 e verdieping gehesen. De medewerkers staan te allen tijde achter een randbeveiliging Het systeem werkt als volgt. Als beginsituatie wordt aangenomen dat het vloerveld is gestort en de wanden zijn gerealiseerd en de randbeveiliging is geplaatst. De randtafel kan dan naar de volgende vloer worden gehesen, in Figuur 2.11 betekent dit van de 1 e naar de 2 e verdieping. Zodra de tafel is geplaatst worden de onderslagen aan de randtafel gekoppeld en kunnen de stempels worden gesteld. De breedplaatvloeren kunnen hier vervolgens op worden gelegd. De randtafels creëren een werkvlak buiten het vloerveld. Zodra de wanden zijn gerealiseerd wordt de randbeveiliging weer geplaatst zodat de randtafel naar de volgende verdieping kan worden gehesen. Met deze methode staan de medewerkers te allen tijde binnen de randbeveiliging. [g] Toepassingsgebied: breedplaatvloer Risico s tijdens plaatsen: vallen van de halve randtafel van de haak Benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen: geen Voordelen: o Te allen tijden geen valgevaar o Onderslagen zijn aan de halve randtafel te koppelen, gebruik van één systeem. o Stabiliteitsvoorzieningen meegenomen in het systeem o Randkist kan worden meegenomen in het systeem o Het plaatsen van de halve randtafels is uit het kritieke pad te halen Nadelen: o De halve randtafel moet met een aparte hijshaak worden gehesen o Relatief duur systeem o Systeem niet te verstellen in de breedte o Extra handelingen voordat de vloer gelegd kan worden 26 Belt-free Safety System

28 Gevelsteiger De gevelsteiger is ontwikkeld om in zeer korte tijd een complete gevel (Figuur 2.12) of een deel in de steigers te zetten (Figuur 2.13). Hiermee wordt een werkvloer per verdieping gecreëerd en tevens doet de steiger dienst als randbeveiliging. De steiger kent standaard maten, waardoor de steigerdelen makkelijk op elkaar aansluiten. Meerdere partijen kunnen gebruik maken van de steiger en hebben een doorlopende werkvloer buiten de verdiepingsvloer. Figuur 2.12: gevelsteiger opgebouwd vanaf grondniveau Figuur 2.13: gevelsteiger opgebouwd op een dakvloer Toepassingsgebied: onafhankelijk van het vloertype Risico s tijdens gebruik: vallen door openingen in de steiger Benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen: geen Kosten: o Totaalprijs: 0,26 per week per vierkante meter Voordelen: o Geen valgevaar aan de rand van het vloerveld o Werkvlak voor meerdere onderaannemers o Er kunnen tegelijkertijd verschillende werkzaamheden plaatsvinden aan de gevel o De randbeveiliging hoeft voor verschillende werkzaamheden niet meer verplaatst te worden Nadelen: o Relatief duur o De gevelsteiger wordt vaak niet gelijktijdig met de ruwbouw opgetrokken, maar pas zodra de gevelfase start o Het is niet bij ieder project mogelijk om een gevelsteiger te plaatsen Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 27

29 2.3.2 Persoonlijke valbeveiliging Bij persoonlijke valbeveiliging kan onderscheid gemaakt worden tussen valbeveiliging in het verticale vlak of het horizontale vlak. Voor dit onderzoek wordt gekeken naar valbeveiliging in het horizontale vlak, gezien de werkzaamheden tijdens het leggen van vloeren op een horizontaal vlak plaats vinden. In alle gevallen wordt gebruik gemaakt van een harnasgordel in combinatie met een vanglijn en valdemper. Het voordeel van dit systeem is dat de kracht die vrijkomt door de val, door het hele lichaam wordt opgenomen. De systemen zijn geanalyseerd met betrekking tot de bevestigingsmethode van de vanglijn aan een vast punt op het vloerveld. Pistoolanker Het pistoolanker wordt toegepast om de vanglijn aan de vloer te verankeren. Het anker is klein en licht in gewicht, waardoor het eenvoudig mee te dragen is tijdens de werkzaamheden. Het anker wordt in een gat in de kanaalplaat gestoken en borgt zichzelf in het kanaal wanneer de trekker wordt losgelaten. Wanneer de trekker weer in wordt geknepen kan het anker gelost worden, zie Figuur Het gat in de kanaalplaatvloer moet aan strenge toleranties voldoen om de sterkte te verzekeren. Daarom worden deze tijdens het productieproces van de vloerplaten al meegenomen. Figuur 2.14: werking van een pistoolanker in een kanaalplaatvloer Toepassingsgebied:kanaalplaatvloer Risico s tijdens gebruik: anker breekt uit het kanaal tijdens een val Kosten: o Pistoolanker: 31,50 per week Voordelen: o Goedkoop systeem o Eeenvoudig in gebruik o Gaten toe te passen in elke vloerplaat o Weinig hindering van bewegingsvrijheid o Licht in gewicht waardoor het als standaard uitrusting kan worden gezien o Meest toegepaste hulpmiddel voor het aanpikken van de veiligheidsgordel aan de vloer bij het leggen van kanaalplaatvloeren Nadelen: o Alleen toepasbaar bij kanaalplaatvloeren o Vereist werkvoorbereiding o Toepasbaar vanaf vloerplaten met een minimale dikte van 102mm o Geen uitwijkmogelijkheden 28 Belt-free Safety System

30 Zelfspannende stalen klem Een tweede methode voor het verankeren van de vanglijn is het gebruik van de zelfspannende klem. De klem die wordt toegepast heeft de breedte van een kanaalplaat element en is door middel van een hendel te vergrendelen of te lossen. De klem weegt twaalf kilogram en is daardoor gemakkelijk van plaat naar plaat te verplaatsen. De klem is altijd toe te passen bij het leggen van kanaalplaatvloeren, maar is niet om pasplaten te klemmen. De breedte van de klem is niet instelbaar en daardoor alleen aan de standaard platen te klemmen. Er zijn geen overige voorzieningen nodig om de klem toe te kunnen passen. Zie Figuur 2.15 voor de toepassing. Toepassingsgebied:kanaalplaatvloer Risico s tijdens gebruik: losschieten klem, vertillen Kosten: o Vloerenklem: 25 per week Voordelen: o Eeenvoudig in gebruik o Projectonafhankelijk o Vereist geen werkvoorbereiding Nadelen: o Alleen toepasbaar bij kanaalplaatvloeren o Niet toepasbaar pasplaten o Geen uitwijkmogelijkheden Figuur 2.15: impressie van de toepassing van een zelfspannende klem ten behoeve van de veiligheid bij het leggen van kanaalplaatvloeren Alspirercha systeem Het Alspirercha systeem is een valbeveiligingssysteem dat vallen van hoogte voorkomt gedurende werkzaamheden op een horizontaal vlak, Figuur Het systeem geeft de medewerker 6,5 meter de ruimte rondom de kolom om werkzaamheden uit te voeren. Wanneer de medewerker zich verder over het vloerveld moet verplaatsen kan hij zich aan de volgende lijn aanpikken alvorens de andere lijn af te pikken. [f] Toepassingsgebied:kanaalplaat- en breedplaatvloer Risico s tijdens gebruik: loskomen van de kolom uit de voet Voordelen: o Eeenvoudig in gebruik o Geen struikelgevaar over de lijn o Bij een val val je niet verder naar beneden, lijn is 2,5m lang Nadelen: o Vereist zeer veel werkvoorbereiding o Geen uitwijkmogelijkheden o Relatief hoge kosten voor het systeem o Veel kolommen nodig om een vloerveld te beveiligen Figuur 2.16: de bekistingplaten worden gelegd terwijl de medewerker veilig is aangelijnd.[f] Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 29

31 2.3.3 Legmethoden Er zijn verschillende methoden voor het leggen van vloeren. Eerst worden de twee meest toegepaste methoden besproken, waarna verder in wordt gegaan op minder bekende methoden. Legmethode kanaalplaatvloeren De meest gebruikelijke methode voor het leggen van kanaalplaatvloeren is als volgt. De vloeren worden met behulp van een meegeleverde klem aangepikt op de vrachtwagen door twee medewerkers. Op het vloerveld staan twee medewerkers die de vloeren op de juiste plaats leggen en de vloer afpikken. Hierbij is het noodzakelijk dat er aangelijnd wordt gewerkt om ongelukken te voorkomen. Figuur 2.17 geeft dit weer. Zodra alle vloeren van de vracht zijn gelegd wordt de randbeveiliging geplaatst. [10] Figuur 2.17: twee medewerkers leggen een kanaalplaatvloer op de juiste plaats, aangelijnd. Toepassingsgebied: kanaalplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Figuur 2.18: na het leggen van de vloeren wordt de randbeveiliging geplaatst. Voordelen: o Geen expertise noodzakelijk om de vloeren te leggen o Het leggen van kanaalplaatvloeren gebeurt al jaren lang op deze wijze o Geen grote lichamelijke belastingen Nadelen: o Valgevaar aan de legzijden o Het gebruik van een veiligheidsgordel is noodzakelijk o Er moeten onveilige handelingen worden verricht voordat er veilig gewerkt kan worden o Het is makkelijk om de veiligheidsgordel niet aan te pikken 30 Belt-free Safety System

32 Legmethode breedplaatvloeren Ook het leggen van de breedplaatvloeren gebeurt al lange tijd op dezelfde manier. De vloer wordt gehesen met behulp van kettingen die worden aangepikt aan de tralieliggers. Dit betekent dat deze voldoende sterk moeten zijn om het gewicht van de vloerplaat te kunnen dragen. De vloerelementen worden op onderslagen gelegd, Figuur 2.19, welke blijven staan totdat de vloer voldoende is uitgehard nadat deze is afgestort. Nadat de vracht van de wagen is gelost wordt de randbeveiliging geplaatst. [10] Figuur 2.19: het leggen van de breedplaatvloer op onderslagen Toepassingsgebied: breedplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Voordelen: o Geen expertise noodzakelijk om de vloeren te leggen o Het leggen van breedplaatvloeren gebeurt al jaren lang op deze wijze o Geen grote lichamelijke belastingen Nadelen: o Valgevaar aan de legzijden o Het gebruik van een veiligheidsgordel is noodzakelijk o Het is makkelijk om de veiligheidsgordel niet aan te pikken Figuur 2.20: het plaatsen van de randbeveiliging nadat de vracht is gelost Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 31

33 Vloeren leggen vanaf hoogwerker De eerste vloeren van een vloerveld worden vaak vanuit een hoogwerker geplaatst. In de keuzewijzer van valbeveiliging van Arbouw wordt aangegeven dat dit tevens een methode zou kunnen zijn voor het leggen van de vloeren, Figuur De bouwplaatsmedewerkers dienen altijd aangelijnd in de hoogwerker te staan, maar het risico vallen van hoogte wordt hiermee beperkt tot een minimum. De hoogwerkers rijden over de onderliggende verdiepingsvloer en zijn vanaf het platform te bedienen. Hierdoor kunnen de medewerkers in de hoogwerker blijven staan zolang ze vloeren aan het leggen zijn. Zodra de verdieping gereed is worden de hoogwerkers door de kraan op de volgende verdieping gehesen. [8] Figuur 2.21: animatie voor het leggen van vloeren vanuit hoogwerkers Toepassingsgebied: kanaalplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Voordelen: o Voorkomt valgevaar aan de legzijde van de vloer o Het leggen van de eerste vloer is een veilige handeling o Legmethode door twee bouwplaatsmedewerkers uit te voeren o Oplegrubber vanaf de noksteiger veilig te leggen o Geen expertise noodzakelijk omdat de legmethode nagenoeg gelijk blijft o Lichamelijk minder belastend: men hoeft niet meer op de knieën te zitten Nadelen: o Voor het plaatsen van de laatste vloerelementen geen oplossing o Bouwplaatsmedewerkers moeten een hoogwerkerrijbewijs hebben o Geen uitwijkmogelijkheden vanuit de hoogwerker o Niet toepasbaar bij het leggen van breedplaatvloeren o Hindert werkzaamheden op ondergelegen vloer o Lastig om elkaar hulp te bieden o Relatief hoge huurprijs van de hoogwerkers 32 Belt-free Safety System

34 Vloeren leggen vanaf zogenaamde noksteiger [9] De noksteiger is een fictief systeem, een systeem dat in Nederland nooit is toegepast. Het geeft echter wel een legmethode weer dat beoordeeld kan worden of doorontwikkeld kan worden. Figuur 2.22 en Figuur 2.23 geven een impressie weer van de noksteiger. De noksteiger rijdt op wielen over de nokken van de gevelelementen van de onderliggende verdieping. In het rood is de steiger weergegeven waar een randbeveiliging (oranje) aan is bevestigd. In het geel is de werkvloer weergegeven. De werkvloer voorkomt valgevaar aan de legzijde. Deze vloer hangt onder de steiger en nadat een vloerelement is geplaatst bevindt de werkvloer zich onder de vloer. Vervolgens wordt de steiger vooruit gerold en kan het volgende vloerelement worden geplaatst. Figuur 2.22: het plaatsen van de eerste vloerplaat vanaf de noksteiger [9] Figuur 2.23: het plaatsen van de overige vloeren vanaf het vloerveld waarbij de noksteiger als valbeveiliging dient [9] Toepassingsgebied: kanaalplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Voordelen: o Voorkomt valgevaar aan de legzijde van de vloer o Het leggen van de eerste vloer is een veilige handeling o Legmethode door twee bouwplaatsmedewerkers uit te voeren o Relatief lage kosten op basis van steigerconstructie o Oplegrubber vanaf de noksteiger veilig te leggen o Geen expertise noodzakelijk omdat de legmethode nagenoeg gelijk blijft o Geen persoonlijke valbeveiliging nodig (zoals uitgevoerd in deze animatie) Nadelen: o Oplegnok moet zwaarder uitgevoerd worden voor de extra belasting o Voor het plaatsen van de laatste twee vloerelementen geen oplossing o Ter plaatse van kolommen is de oplegnok vaak verzwaard, zorgt voor obstakel o Gevelelementen zijn vaak niet van halve verdieping tot halve verdieping ontworpen maar van vloer tot vloer. Hierdoor is vaak geen definitieve randbeveiliging aanwezig, zoals in de afbeeldingen wordt gesuggereerd. o Op deze manier niet toepasbaar bij breedplaatvloeren in verband met de onderstempeling o Er zijn geen uitwijkmogelijkheden vanuit de noksteiger Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 33

35 Safe legfrontbeveiliging [g] In 2007 heeft SAFE een legfrontbeveiliging ontwikkeld. Het voordeel van deze beveiliging is dat de mensen aan de legzijde altijd achter een hekwerk staan en hierdoor ook geen veiligheidsgordel meer hoeven te dragen. Aan het hekwerk zitten zoekers die er voor zorgen dat de breedplaat gecentreerd op de wanden komt te liggen. De bouwplaatsmedewerkers hoeven er nu alleen nog maar voor te zorgen dat de vloer tegen de vorige vloer aan komt te liggen. Figuur 2.24: breedplaat pikt de beveiliging op [g] Figuur 2.25: plaat en de leuning worden laten zakken. De zoekers zorgen ervoor dat de plaat gecentreerd ligt [g] Het systeem werkt als volgt. Stap 1. Het leuningwerk aan de rand steunt af op de betonwanden en/of op de onderslagen van de onderstempeling. De overige breedplaten zijn afgeschermd met randbeveiliging. Stap 2. De te leggen breedplaat grijpt aan op het hekwerk, Figuur Stap 3. De breedplaat inclusief leuningwerk worden naar de plek gehesen. De schuifleuning (bruine, horizontale stang op de achtergrond) beveiligt de opening die ontstaat tussen de dwarsleuning en het dranghek, Figuur Stap 4. De breedplaat wordt laten zakken. Het leuningwerk komt op zijn plek te staan door middel van zoekers, die zich centreren tussen de wanden. De breedplaat zakt, tussen de twee zoekers, en wordt gecentreerd tussen de wanden/randkisten. Twee mensen zorgen ervoor dat de plaat tegen de voorgaande wordt gelegd. Toepassingsgebied: breedplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: geen Voordelen: o Voorkomt valgevaar aan de legzijde van de vloer o Geen gebruik van de veiligheidsgordel o Geen extra lichamelijke belasting o Weinig tot geen extra handelingen Nadelen: o Korte legzijde wordt niet afgeschermd wanneer het systeem verder wordt verplaatst o Vloer lastig in het hekwerk te positioneren bij wind o Is het systeem wel toepasbaar bij elk wandtype? o Moeten er extra voorzieningen worden getroffen aan de onderconstructie? o Verlenging doorlooptijd met +/- 75% 34 Belt-free Safety System

36 Methode Bernhoven Ziekenhuis Uden Hurks van der linden bouwt in Uden het Bernhoven Ziekenhuis, waar breedplaatvloeren en kanaalplaatvloeren worden toegepast. Bij aanvang van het project is gekeken hoe de veiligheid zo optimaal mogelijk verzorgd kon worden. Voor het leggen van de breedplaatvloeren is hier een hekwerk ontwikkelt waar de bouwplaatsmedewerkers die de vloeren leggen achter staan, zie Figuur Het gebruik van het hekwerk heeft niet voor vertraging van het legproces gezorgd en de bouwplaatsmedewerkers voelen zich veiliger tijdens de uit te voeren werkzaamheden. Figuur 2.26: het hekwerk toegepast bij het leggen van breedplaatvloeren. De bouwplaatsmedewerkers dienen aangelijnd te zijn. Het leggen van de vloeren gaat als volgt: Stap 1. De eerste plaat wordt vanaf een ladder geplaatst. Stap 2. Het hekwerk wordt door de kraan op de eerste plaat gehesen, waar twee bouwplaatsmedewerkers aangelijnd op staan. Stap 3. De volgende breedplaatvloer wordt aangepikt en in het werk gehesen. In de tussentijd haken de medewerkers het hek aan tralieliggers zodat voorkomen wordt dat het hek naar voren kan kantelen. Stap 4. De vloer wordt voor het hekwerk gepositioneerd. Stap 5. De medewerkers halen de ketting weg en kruipen door de opening aan de zijkant van het hek om de hijshaken af te pikken. Stap 6. Ze gaan terug achter het hek staan en verplaatsen het hek naar de volgende plaat terwijl de kraan een nieuwe vloerplaat aanpikt en in het werk hijst. Toepassingsgebied: breedplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsgordel Voordelen: o Voorkomt valgevaar aan de legzijden van de vloer o Weinig tot geen extra handelingen o Met twee man verplaatsbaar o Lage productiekosten o Geen onderhoud o Uitschuifbaar voor de gewenste breedte Nadelen: o Gebruik veiligheidsgordel o Het inschuiven van het systeem is lastig o Kruipen onder het hek door om de hijshaken te lossen Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 35

37 2.3.4 Conclusies Uit de analyse van de bestaande technieken voor collectieve valbeveiliging, persoonlijke valbeveiliging en de verschillende legmethoden zijn een aantal conclusies te trekken: Er zijn geen legmethoden die onafhankelijk zijn van het vloertype. Een hulpmiddel moet zo simpel mogelijk zijn om falen/defecten te voorkomen. Hoe simpeler het hulpmiddel, hoe beter in gebruik. Het ontwerp van de constructie is bepalend voor de te treffen veiligheidsmaatregelen. De systemen ten behoeve van collectieve valbeveiliging worden in vier van de vijf gevallen geplaatst nadat het vloerveld is gerealiseerd. De kosten van een pistoolanker zijn hoger dan de kosten voor het huren van een zelfspannende klem. Toch blijkt de klem fijner in gebruik. Een systeem dat veel dubbele handelingen bevat of veel extra tijd kost wordt weinig toegepast. 2.4 Behoefte uit de praktijk Wat zijn de eisen en wensen ten aanzien van de legmethode van kanaalplaat- en breedplaatvloeren en de eisen en wensen ten aanzien van het plaatsen en verwijderen van randbeveiliging en het gebruik van persoonlijke valbeveiliging? Het houden van interviews binnen verschillende groepen is een middel om een gedeeltelijke afspiegeling weer te geven van de eisen en wensen die horen bij de visie van Hurks. Om die reden zijn vier bouwplaatsmedewerkers geïnterviewd, vijf uitvoerders en drie projectleiders. Vanuit verschillende functies geven zij hun mening betreffende de eisen voor een nieuwe werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, zie Bijlage 2 en Bijlage 3. De output van de interviews is omgezet in circa 60 stellingen. Deze stellingen zijn gecategoriseerd om overzicht te krijgen in de stellingen. De categorieën zijn proces, gevaren tijdens het leggen van vloeren, veiligheidsgordel, randbeveiliging, eisen, wensen. Doordat verschillende stellingen meerdere malen voorkomen, is aangegeven hoeveel bouwplaatsmedewerkers, uitvoerders en projectleiders deze stelling deelden. Hiermee wordt het belang van een stelling benadrukt of juist ontkracht. Bijlage 4 bevat de totale tabel, Tabel 2 geeft als voorbeeld weer hoe de meningen verdeeld zijn voor de categorie Gevaren tijdens het leggen van de vloeren. Tabel 2: stellingen naar aanleiding van de interviews. De laatste drie kolommen geven respectievelijk weer hoeveel bouwplaatsmedewerkers (B), uitvoerders (U) en projectleiders (P) deze mening hebben. Gevaren tijdens leggen van de vloeren B (4x) U (5x) P (3x) 1 Grootste gevaar: vallen van het element uit de klem bij kanaalplaatvloeren xxx xxx x 2 Beknelling tussen de elementen xx De volgorde van het leggen van vloeren: niet over andere mensen heen 3 hijsen xxx xxx 4 Legzijde is wel gevaarlijk xxx xxx xx 5 Legzijde is niet gevaarlijk xx xx 6 Volgorde van vloeren op de vrachtwagen, gevaarlijke legvolgorde tot gevolg xxxx xxxx Twee opvallende stellingen uit de tabel staan in regel vier en vijf: het al dan niet gevaarlijk zijn van de legzijde. Uit de interviews is gebleken hoeveel personen de legzijde gevaarlijk vinden of juist niet. Doordat de meerderheid van de geïnterviewden de legzijde wel gevaarlijk vindt, wordt dit ook als een van de conclusies uit de interviews aangedragen. Op deze wijze zijn tevens de overige conclusies getrokken, beschreven in de volgende paragraaf. 36 Belt-free Safety System

38 2.4.1 Conclusies De gehouden interviews geven een beeld van de eisen en wensen ten aanzien van een legmethode voor kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren en de eisen en wensen ten aanzien van het plaatsen en verwijderen van randbeveiliging en het gebruik van persoonlijke valbeveiliging. Er zijn verschillende conclusies te trekken, waarvan in onderstaande opsomming alleen de relevante conclusies voor het onderzoek worden weergegeven. Men werkt het liefst zonder veiligheidsgordel Een collectieve oplossing voor de veiligheid is wenselijk. Op die manier wordt iedereen beschermd tegen vallen van hoogte, ook de medewerkers die geen veiligheidsgordel dragen en toch op het vloerveld aanwezig zijn. Men vindt dat de veiligheidsgordel een aantal nadelen heeft: o Je hebt geen vluchtmogelijkheden, je zit vast aan de lijn o Je kunt door de lijn worden meegetrokken o De gordel geeft eerder een onveilig gevoel, schijnveiligheid o Je hebt een beperkte bewegingsruimte op het vloerveld Een hulpmiddel ten behoeve van de veiligheid aan de legzijde zou men liever gebruiken dan de veiligheidsgordel Expertise mag niet noodzakelijk zijn Het uitvoeren van dubbele handelingen moet te allen tijde voorkomen worden Eerst de randbeveiliging plaatsen en vervolgens de vloeren leggen geniet de voorkeur Een werkvloer om het vloerveld zou zeer wenselijk zijn Werken binnen een randbeveiliging wordt als prettig ervaren, ondanks dat men aangeeft dat ze geen gevaar zien in het valgevaar Een nieuwe werkmethode moet: o Weinig tot geen extra tijd in beslag nemen o Een beperkt aantal handelingen bevatten o Geen gebruik hoeven te maken van een veiligheidsgordel o Een totaaloplossing zijn, ook de eerste en de laatste vloer moeten veilig gelegd kunnen worden o Kosten/baten moeten een positief resultaat opleveren o Commercieel verhandelbaar 2.5 Programma van Eisen De doelstelling van het afstudeerproject is: Het ontwikkelen van een nieuwe werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, waarbij de veiligheid van de medewerkers gegarandeerd is. Het begrip werkmethode is uitgelegd als zijnde een procedure of techniek die kenmerkend is voor een activiteit. [1] Figuur 2.27: de functies van de te ontwerpen werkmethode aangegeven in een SADT-schema, in het grijs gemarkeerd [11]. Uit het gehouden onderzoek is gebleken dat een hulpmiddel moet worden ontworpen dat valgevaar aan de legzijde van een vloerveld voorkomt. Voor het leggen van een vloerelement is informatie benodigd, materiaal, arbeid en materieel. In Figuur 2.27 is in het grijs is de functie van de nieuwe werkmethode gemarkeerd: de nieuwe methode is zowel een proces (het leggen van kanaalplaat- en/of breedplaatvloeren) als een product (een hulpmiddel). Dit alles heeft als doel een vloerveld gereed te krijgen, met als voorwaarde dat het aan de huidige regelgeving Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 37

39 voldoet. Deze kernwoorden vormen tevens de categorieën waarin het Programma van Eisen in is opgedeeld Afbakening concepten Er zijn echter een aantal andere concepten die vallen van hoogte aan de legzijde kunnen voorkomen. Een mogelijkheid is het leggen van de vloeren doordat de elementen gedwongen worden gepositioneerd. In dit geval zijn er geen medewerkers nodig om de vloeren te plaatsen. Een ander concept kan zijn dat een hulpmiddel ontworpen wordt waardoor de medewerkers niet binnen twee meter van de vloerrand hoeven te komen, maar toch van die afstand de vloeren kunnen positioneren. In dit geval is er geen valgevaar meer aan de legzijde. Door middel van een geluidsignaal kan aangegeven worden wanneer men te dicht bij de rand komt. Zoals gezegd is echter uit de interviews is echter naar voren gekomen dat men graag een hulpmiddel aan de legzijde zou toepassen als vervanger van de veiligheidsgordel. Daarnaast moeten vaak onvoorziene werkzaamheden aan de onderconstructie of vloerrand worden uitgevoerd, waardoor het noodzakelijk is dat de vloerrand bereikbaar is. Hierdoor worden de bovengenoemde concepten niet nader uitgewerkt en wordt gefocust op het ontwerpen van een hulpmiddel aan de legzijde, dat vallen van hoogte dient te voorkomen. Tabel 3, weergegeven op de volgende pagina, geeft het Programma van Eisen weer. In de eerste eis in de tabel, een veilige werksituatie waarbij geen sprake is van valgevaar aan de legzijden en aan de vloerrand, zijn twee delen onderstreept. Deze zinsdelen behoeven toelichting. Werksituatie: volgens het woordenboek betekent werksituatie Omstandigheden waaronder iemand werkt. Dit houdt in dat de werkplek en de uit te voeren werkzaamheden dusdanig ingericht moeten zijn dat de medewerkers vrij zijn van gevaar of schade. Geen sprake van valgevaar: het ontwikkelen van een werkmethode waarbij geen sprake is van valgevaar aan de legzijden en aan de vloerrand is een onbereikbaar doel. Het zal onmogelijk zijn om een situatie te creëren die 100% veilig is. Daarom wordt gestreefd naar een werksituatie waarbij zo kort mogelijk valgevaar optreedt, vanuit de gedachte dat er absoluut geen valgevaar aanwezig mag zijn. 2.6 Programma van Wensen Naast de opgestelde eisen zijn er ook een aantal wensen naar voren gekomen. Deze kunnen als volgt worden opgesomd: Een hulpmiddel moet uit zo groot mogelijke elementen bestaan, te tillen door 2 man De doorlooptijd moet zo kort mogelijk zijn De kosten voor een hulpmiddel moeten zo laag mogelijk zijn De constructie ontwerpen zodat er een natuurlijke randbeveiliging ontstaat Een hulpmiddel moet weinig onderdelen bevatten om falen/defecten te beperken Een hulpmiddel moet weinig handelingen bevatten in de uitvoering De werkmethode moet weinig/geen dubbele handelingen bevatten De werkmethode moet een werkvloer bevatten rond het vloerveld De randbeveiliging aan de vloerrand wordt geplaatst voordat de vloeren worden gelegd De werkmethode is een totaaloplossing voor het leggen van een vloerveld, vanaf de eerste tot en met de laatste vloer De doorlooptijd van het legproces is niet langer dan de doorlooptijd van het huidige proces Er hoeven geen instandhoudingwerkzaamheden te worden uitgevoerd 38 Belt-free Safety System

40 Wens Regelgeving Proces Product Doel Tabel 3: Programma van Eisen en Wensen, onderverdeeld in de categorieën doel, product, proces en regelgeving PROGRAMMA VAN EISEN / WENSEN 1 Een veilige werksituatie waarbij geen sprake is van valgevaar aan de legzijden en aan de vloerrand. 2 Een hulpmiddel voorkomt valgevaar aan de legzijde 3 Een hulpmiddel is onafhankelijk van het vloertype (kanaalplaat/breedplaat) 4 Een hulpmiddel is onafhankelijk van de plaatdikte (5-400mm) 5 Een hulpmiddel is onafhankelijk van de plaatafmeting (1,2x18m 2,5-13m) 6 Een hulpmiddel is onafhankelijk van het vloeroppervlak (tralieliggers) 7 Een hulpmiddel moet met max. 2 man verplaatsbaar zijn op het vloerveld 8 Expertise is niet noodzakelijk 9 De werkmethode is een collectieve oplossing ten aanzien van de veiligheid, geldend voor iedereen die het vloerveld betreedt 10 De werkmethode maakt geen gebruik van de veiligheidsgordel 11 De werkmethode moet onafhankelijk zijn van de werkzaamheden op de onderliggende verdieping 12 Expertise is niet noodzakelijk 13 Voor de uitvoering is max. 2 man benodigd 14 De werkmethode is gericht op een continu proces/repetitie 15 De kosten/baten van de uit te voeren werkzaamheden t.b.v. het leggen van vloeren moet een positief resultaat opleveren 16 De werkmethode is toepasbaar bij een betonconstructie 17 Randbeveiliging mag niet bezwijken bij een neerwaartse belasting van 125kg op de meest ongunstige plek 18 Randbeveiliging mag niet bezwijken bij een opwaartse belasting van 30kg 19 Randbeveiliging mag niet verder doorbuigen dan 35mm bij een horizontale belasting van 30kg 20 Randbeveiliging mag geen grotere openingen hebben dan 470x470mm 21 Randbeveiliging moet minimaal 1m boven bovenkant vloer uitkomen 22 Randbeveiliging moet een knieleuning bevatten op maximaal 500mm boven het vloeroppervlak 23 Randbeveiliging moet een kantplank van minimaal 150mm hoog bevatten 24 Een hulpmiddel moet uit zo groot mogelijke elementen bestaan, te tillen door 2 man 25 De doorlooptijd moet zo kort mogelijk zijn 26 De kosten voor een hulpmiddel moeten zo laag mogelijk zijn 27 De constructie ontwerpen zodat er een natuurlijke randbeveiliging ontstaat 28 Een hulpmiddel moet weinig onderdelen bevatten om falen/defecten te beperken 29 Een hulpmiddel moet weinig handelingen bevatten in de uitvoering 30 De werkmethode moet weinig/geen dubbele handelingen bevatten 31 De werkmethode moet een werkvloer bevatten rond het vloerveld 32 De randbeveiliging aan de vloerrand wordt geplaatst voordat de vloeren worden gelegd 33 De werkmethode is een totaaloplossing voor het leggen van een vloerveld, vanaf de eerste tot en met de laatste vloer 34 De doorlooptijd van het legproces is niet langer dan de doorlooptijd van het huidige proces 35 Er hoeven geen instandhoudingwerkzaamheden te worden uitgevoerd Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 39

41 2.7 Toetsen van bestaande technieken aan PvE Alvorens gestart kan worden met het ontwerpen van de nieuwe werkmethode aan de hand van het opgestelde PvE, dient eerst gecontroleerd te worden of er geen bestaande methode is die voldoet aan het PvE. Om dit te controleren is een matrix opgesteld waarin de bestaande technieken worden gewaardeerd, Tabel 4 op de A3 op de volgende pagina. Een techniek krijgt bij een bepaalde eis een 0 indien de techniek aan de eis voldoet (groen), een 1 indien deze deels voldoet (oranje) en een 2 indien deze niet voldoet (rood). Daarnaast komt het voor dat een eis geen raakvlak heeft met een van de onderzochte bestaande technieken. Bijvoorbeeld: Eis twee stelt: een hulpmiddel voorkomt valgevaar aan de legzijde. Deze eis heeft geen raakvlak met de systemen voor collectieve valbeveiliging, gezien deze alleen aan de vloerrand worden geplaatst. In dit geval wordt - teken weergegeven. Tabel 4 (A3-vel): de matrix waarbij de bestaande technieken worden getoetst aan het opgestelde PvE. 2 (rood) = voldoet, 1 (oranje) = voldoet deels, 0 (groen) = voldoet Conclusie Uit de matrix blijkt dat er geen bestaande methode is voor het leggen van kanaalplaat- en breedplaatvloeren die deels voldoet/voldoet aan het PvE. Dit betekent dat gestart kan worden met de ontwerpfase: het ontwerpen van een werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren. 40 Belt-free Safety System

42 3 Conceptontwerpen Een manier om orde in de chaos van een ontwerpproces te brengen is door methodisch te ontwerpen. Het methodisch ontwerpproces deelt het ontwerpproces op in drie fasen, zoals in Figuur 3.1 wordt geïllustreerd. Probleemdefiniëring: In de eerste fase wordt het probleem of de verbetering vastgelegd. Het resultaat van deze fase is een lijst met voorwaarden en wensen. Werkwijzenbepaling: In de tweede fase wordt de werk wij ze vast gelegd. Het resultaat van deze fase is een principe schets van het ontwerp. Vormgeving vastleggen: In de derde fase wordt de vorm vast gelegd. Het resultaat van deze fase is een tekening pakket of digitale ontwerp data. Figuur 3.1: methodisch ontwerpen geschematiseerd [12] De probleemdefiniëring en het Programma van Eisen zijn reeds besproken in de vorige paragrafen. Uit het vooronderzoek is gebleken dat zowel een hulpmiddel als een legproces ontworpen dient te worden. Samen vormen zij de werkmethode uit de doelstelling. Begonnen wordt met het ontwerp Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 41

43 van het hulpmiddel, dat later geïntegreerd zal worden in het legproces. Waar nodig zullen de handelingen uit het legproces worden aangepast of worden geschrapt. 3.1 Hoofdfunctie hulpmiddel Het hulpmiddel heeft een functie. Om deze concreet en helder te definiëren wordt de functie bepaald aan de hand van een zogenaamde black box. Door de begintoestand te vergelijken met de eindtoestand van een situatie, kan de functie van de black box worden gedefinieerd. Dit is weergegeven in Figuur 3.2. BEGINTOESTAND EINDTOESTAND BLACK BOX Onderconstructie gereed Vloerelementen gelegd en vloerveld veilig begaanbaar voor derden. Figuur 3.2: black box beschrijving ten behoeve van het bepalen van de functie van het hulpmiddel, de beginsituatie en de eindsituatie geïllustreerd Figuur 3.2 toont aan dat er vloerelementen gelegd moeten worden en randbeveiliging moet worden geplaatst, met behulp van een hulpmiddel dat aan de legzijden bescherming biedt tegen vallen van hoogte. Maar om de precieze functie te kunnen beschrijven vindt een splitsing plaats: de functie van het hulpmiddel tijdens het leggen van de eerste vloer wordt gescheiden van de functie van het hulpmiddel tijdens het leggen van de overige vloerelementen. Figuur 3.3 geeft dit weer. BEGINTOESTAND EINDTOESTAND BLACK BOX BLACK BOX Figuur 3.3: black box beschrijving ten behoeve van het bepalen van de functie van het hulpmiddel, voor het leggen van de eerste vloer en vloer 2 t/m X 42 Belt-free Safety System

44 3.1.1 Intermezzo - concepten eerste vloer De hoofdfunctie van het hulpmiddel tijdens het leggen van de eerste vloer is: het voorkomen van vallen van hoogte aan de lange legzijde, de korte legzijden en de vierde zijde van de vloer. Dit vallen kan worden voorkomen door het afschermen van die vier zijden. Afschermen is ook hier fysiek afschermen alsook weerstand bieden tegen vallen. Conceptprincipes Om te voorkomen dat valgevaar optreed aan de vier zijden van de eerste vloer, zijn een aantal principes opgezet voor het leggen van de eerste vloer. Deze zijn weergegeven in Figuur 3.4. Figuur 3.5 geeft animaties weer van de concepten. Het eerste concept, C1, is dat de vloer wordt geplaatst van onder de vloer. Hierbij blijft men onder de grens van 2,5m en werkt met niet meer op hoogte. Volgens concept C2 kan men ook op de vloer staan die in het werk gehesen wordt, binnen een beveiligd gebied. Concept C3 laat zien dat er een werkvloer geplaatst kan worden waardoor men op een veilig gebied staat om de vloer te positioneren en de randbeveiliging aan uit uiteinde van de vloer te plaatsen. Concept C4 toont dat men ook op de constructieve wanden kan staan, vanwaar de vloer en het hulpmiddel worden geplaatst. Concept C5 gaat uit van een manbak/hoogwerker. Uiteindelijk stapt men hieruit en op de vloer. C1 Figuur 3.4: de concepten voor de positie van de medewerkers tijdens het leggen van de eerste vloer C2 C3 C4 C5 Figuur 3.5: schematische weergave van concept C1 t/m C5 Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 43

45 Beoordeling principes De principes zoals weergegeven in Figuur 3.5 geven een beeld van de oplossingsrichting voor het hulpmiddel tijdens het leggen van de eerste vloer. De voor- en nadelen van deze principes worden hieronder in Tabel 5 weergegeven. Tabel 5: beoordeling van de principes aan de hand van voor- en nadelen Concept Voordelen Nadelen Haalbaar? C1: van onder de vloer - Er zijn altijd ladders aanwezig op een bouwplaats. - Op de ladder blijft men onder de 2,5m en is er dus geen sprake van valgevaar. C2: op de te hijsen vloer - Er hoeft geen overig materieel te worden ingezet voor het leggen van de eerste vloer. C3: vanaf werkvloer - Door een werkvloer buiten het vloerveld te creëren ontstaat een veilige situatie. C4: op de constructie - Er is geen sprake van valgevaar door de beveiligde plek. C5: vanuit - Men kan van buiten de constructie bij manbak/hoogwerker de eerste vloer. - Het hulpmiddel moet wel toegang Ja bieden tot de vloer. Vooral bij een kanaalplaatvloer blijft er weinig ruimte over door de klem. - Dit is wettelijk niet toegestaan. Nee - De kosten hiervoor zijn waarschijnlijk te hoog. - Gevelsteiger wordt niet voor niets weinig toegepast in deze fase. - Even geen vluchtmogelijkheid. - Kan dit ook bij kalkzandsteen? - Niet standaard aanwezig bij iedere bouwplaats. - Huurkosten. - Hoe gaat dit bij hoogbouw? De principes die na de beoordeling in Tabel 5 zijn overgebleven voldoen ook aan het PvE. Concept C1 en C4 worden verder uitgewerkt. Nee Ja Nee 44 Belt-free Safety System

46 3.1.2 Intermezzo - concepten vloer 2 t/m X De hoofdfunctie van het hulpmiddel tijdens het leggen vanaf de tweede vloer is: het voorkomen van vallen van hoogte aan de lange legzijde. Het valgevaar aan de korte legzijden kan simpelweg worden weggenomen door het plaatsen van (soms tijdelijke) randbeveiliging. Aan de hand van het afschermen van de lange legzijde worden daarom concepten opgesteld en beoordeeld. In Figuur 3.6 wordt in het rood de lange legzijde aangeduid, in het groen de korte legzijde. Figuur 3.6: rood, de lange legzijde. Groen, de korte legzijde Met afschermen wordt bedoeld dat het hulpmiddel weerstand kan bieden tegen vallen, ofwel de krachten volgens de gestelde wet- en regelgeving kan opnemen, maar ook aangeeft waar het einde van het vloerveld is. Het afschermen van de lange legzijde kan op basis van verschillende concepten, waarbij het uitgangspunt is dat de afscherming zowel de lange legzijde afschermt en tevens weerstand kan bieden volgens de gestelde wet- en regelgeving. Conceptprincipes In Figuur 3.7 zijn de verschillende conceptoplossingen schematisch weergegeven in een principe doornsnede. Daarnaast geeft Figuur 3.8 op de volgende pagina een schematische weergave van de concepten. Hier is het eerste concept C1, waarbij de afscherming op de vloer, aan de rand staat. Hierbij staan de medewerkers achter een afscherming, die steeds in de legrichting wordt verplaatst, zodat hij weer aan de vloerrand komt te staan. C2 beeldt uit dat de afscherming op de vloer, ver van de rand staat, waardoor men niet aan de legzijde kan komen waar valgevaar optreed. In dit geval zal door middel van een hulpmiddel de vloer vanaf afstand gepositioneerd moeten worden. C3 geeft aan dat de afscherming voor de vloer zit, terwijl deze bij C4 onder de vloer is gepositioneerd. In beide gevallen hoeven de medewerkers niet perse op het reeds gelegde vloerveld te staan. C5 laat zien dat een afscherming aan het hijsmaterieel kan worden bevestigd, of aan de te hijsen vloer (C6). Het laatste concept, C7, plaatst een afscherming boven de vloer, waardoor het vloerveld vrij blijft en geen belemmeringen optreden bij het positioneren van het vloerelement dat in de kraan hangt. Figuur 3.7: de concepten voor het afschermen van de lange legzijde schematisch weergegeven in een principedoorsnede Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 45

47 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 Figuur 3.8: schematische weergave van de concepten C1 tot en met C7 46 Belt-free Safety System

48 Beoordeling principes De concepten zoals weergegeven in Figuur 3.8 geven een beeld van de oplossingsrichting voor het hulpmiddel dat valgevaar moet voorkomen aan de lange legzijde. De voor- en nadelen van deze concepten worden hieronder in Tabel 6 weergegeven. Tabel 6: beoordeling van de principes aan de hand van voor- en nadelen Concept Voordelen Nadelen Haalbaar? C1: op de vloer, aan de rand C2: op de vloer, ver van rand - Vloerrand goed bereikbaar - Onafhankelijk van de vloerdikte - Stelt vloerveld open voor derden - Geen mogelijkheid om van de vloerrand te vallen C3: voor de vloer - Vloerrand goed bereikbaar - Onafhankelijk van het vloertype C4: onder de vloer - Geeft geen belemmering voor te plaatsen vloer C5: aan hijsmaterieel - Geeft geen belemmering voor te plaatsen vloer - Geen belemmering bij aanpikken nieuwe vloer C6: aan te hijsen vloer - Afscherming tijdens positioneren van de vloer C7: boven de vloer - Geen belemmering voor het positioneren van het nieuwe element - Afhankelijk van het vloeroppervlak ja - Vloerrand niet bereikbaar - Kan je nauwkeurig genoeg positioneren vanaf afstand? - Niet toepasbaar bij elke wandopbouw i.v.m. belasting - Verplaatsbaar door 2 personen? - Moeilijk realiseerbaar bij een breedplaatvloer - Verdwijnt wanneer de kraan een nieuwe last haalt - Verboden volgens wet- en regelgeving om losse onderdelen aan een last te plaatsen - Waar staat het op/hangt het aan? - Je kunt de vloer lastig begeleiden wanneer deze op ooghoogte is doordat de afscherming in de weg zit. - Afhankelijk van vloeroppervlak In de tabel wordt tevens aangegeven of het genoemde concept al dan niet haalbaar is. Hieruit blijkt dat C2, C6 en C7 niet haalbaar zijn, omdat ze niet praktisch zijn op de werkvloer, men onvoldoende kracht kan uitoefenen bij het positioneren van de vloer of het wettelijk niet toegestaan is om een bepaalde methode toe te passen. Deze concepten worden vanaf dit moment dan ook niet meer meegenomen, waardoor concept C1, C3, C4 en C5 overblijven. Deze zullen aan de hand van de stappen uit het legproces verder uitgewerkt worden. Na toetsing van de concepten aan het PvE blijkt dat de concepten C3 en C4 worden weggestreept en voor het uitwerken van ontwerpvarianten de concepten C1 en C5 worden meegenomen. nee ja ja ja nee nee Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 47

49 3.2 Deelfuncties hulpmiddel Naast de hoofdfunctie, het afschermen van de lange legzijde, heeft het hulpmiddel meer functies: de deelfuncties. Deze worden uiteengezet, waarna een van de deelfuncties verder verduidelijkt wordt. De functies die het hulpmiddel moet hebben wordt afgeleid uit de concepten die in het vorige hoofdstuk zijn weergegeven. Deze deelfuncties luiden als volgt: 1. Bereikbaarheid: a. Positioneren van de vloer Het hulpmiddel moet de plaats waar de medewerkers de vloer positioneren bereikbaar houden. Het positioneren mag niet belemmerd worden. b. Aanpikken van de vloer op de wagen Tijdens het aanpikken van de vloer op de wagen mag het hulpmiddel geen belemmering vormen. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren. c. Lossen van de veiligheidsketting aan de klem De ketting die onder de vloer door wordt gehaald voordat de vloer wordt gehesen, dient gelost te kunnen worden. d. Lossen van de klem/hijskettingen De hendel om de klem te lossen moet bereikbaar zijn. e. Plaatsen randbeveiliging Het plaatsen van de randbeveiliging moet kunnen wanneer het hulpmiddel wordt toegepast. Het moet mogelijk zijn om dit te integreren in het legproces, in plaats van de randbeveiliging achteraf pas te plaatsen. 2. Transformeren in de breedte: Het hulpmiddel dient toegepast te kunnen worden bij verschillende afmetingen van het vloerveld. Dit houdt in dat het in de breedte getransformeerd moet kunnen worden. 3. Fixeren: Bevestigen van het hulpmiddel aan/op het vloerveld 4. Verplaatsen: a. Op de verdieping b. Van verdieping naar verdieping 5. Op de eerste vloer klimmen: a. Ladder, door opening kruipen Het is mogelijk om vanaf de ladder die tegen de wand staat, door een opening in het hupmiddel te kruipen. b. Ladder, deel openklappen Een andere mogelijkheid is om de opening open te klappen, waardoor men de eerste vloer kan betreden. 48 Belt-free Safety System

50 3.2.1 Deelfunctie bereikbaarheid De bereikbaarheid van de verschillende plaatsen is de belangrijkste functie na de hoofdfunctie (het afschermen van de lange legzijde). Afhankelijk van het concept is de deelfunctie 1b, het aanpikken van de vloer op de wagen, wel of niet relevant. Figuur 3.9 geeft een bovenaanzicht weer van een kanaalplaatvloer dat geplaatst is maar nog in de klem hangt. Hierbij is punt 1b buiten beschouwing gelaten. a c,d c,d a e e Figuur 3.9: bovenaanzicht van een kanaalplaatvloer die gepositioneerd is maar nog in de klem vast hangt. De letters geven de bereikbaarheid van de verschillende delen weer. a = positioneren, c,d = lossen van de ketting en de klem, e = plaatsen randbeveiliging Daarnaast is ook de bereikbaarheid van een breedplaatvloer weergegeven, hieronder in Figuur Hieruit blijkt dat de bereikbaarheid van een breedplaatvloer deels gelijk is aan die van een kanaalplaatvloer. Het grote verschil is dat voor het lossen van de hijsvoorziening van een breedplaatvloer men de pas gelegde vloer moet betreden, terwijl dit bij een kanaalplaatvloer vanaf de reeds gelegde vloeren kan gebeuren. d d a a e e Figuur 3.10: bovenaanzicht van een breedplaatvloer die gepositioneerd is maar nog in de kraan hangt. De letters geven de bereikbaarheid van de verschillende delen weer. a = positioneren, d = lossen van de hijskettingen, e = plaatsen randbeveiliging Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 49

51 3.3 Ontwerpvarianten Zoals in paragraaf 3.1 wordt besproken, heeft het hulpmiddel een hoofdfunctie voor twee verschillende situaties: het leggen van de eerste vloer en het leggen van de overige vloeren. Hierin kan tevens nog onderscheid worden gemaakt tussen het leggen van een kanaalplaatvloer of een breedplaatvloer. Op deze wijze ontstaan vier verschillende situaties. Deze vier situaties worden afzonderlijk bekeken en voor iedere situatie worden ontwerpvarianten opgesteld aan de hand van een morfologisch schema, waarbij de conceptontwerpen als leidraad dienen. In het schema worden de deelfuncties onder elkaar gezet, waar varianten achter worden geplaatst. Door logische combinaties van varianten te kiezen per deelfunctie, ontstaan verschillende varianten na het trekken van deze structuurlijnen. Na het kiezen van de beste variant per situatie worden de oplossingen samengevoegd om tot een ontwerp te komen Het leggen van de eerste breedplaatvloer Voor het leggen van de eerste vloer bij de toepassing van een breedplaatvloer als kanaalplaatvloer, wordt deelfunctie nummer 4 weggelaten. Het verplaatsen van het hulpmiddel is hier niet van toepassing. Het morfologisch overzicht voor het leggen van de eerste breedplaatvloer ziet er als volgt uit, Figuur Figuur 3.11: morfologisch schema voor het leggen van de eerste breedplaatvloer Opvallend in het schema is dat voor alle functies varianten zijn weergegeven, behalve voor deelfunctie 1.d: het lossen van de hijskettingen. Om de hijskettingen te lossen van de tralies is het noodzakelijk dat de bouwplaatsmedewerkers de vloer betreden. Dit gebeurt in het huidige legproces ook op die manier. Wanneer wordt gekeken naar het PvE en de wensen, zijn al een aantal varianten weg te strepen. Zo is bij deelfunctie 1.a weg te strepen dat de vloer gepositioneerd kan worden vanuit het hulpmiddel 50 Belt-free Safety System

52 van concept C4. Dit kost extra kraanbewegingen en dit is niet wenselijk. Daarnaast is bij deelfunctie 3, het fixeren van het hulpmiddel, de variant wig slaan onder tralie weg te strepen omdat dit vermoedelijk niet aan de wet- en regelgeving voldoet met betrekking tot de sterkte eisen van het hulpmiddel. Daarnaast kost het veel kracht en tijd om de wig los te halen. Na het wegstrepen van Figuur 3.12: morfologisch schema met de drie overgebleven ontwerpvarianten deze varianten blijft het schema in Figuur 3.12 over met drie ontwerpvarianten Het leggen van de eerste kanaalplaatvloer Zoals in de vorige paragraaf is aangehaald, is ook voor het leggen van de eerste kanaalplaatvloer het verplaatsen van het hulpmiddel weggelaten, deelfunctie 4. De ontwerpvarianten van deze situatie komen deels overeen, deels verschillen zij. Figuur 3.14 geeft de ontwerpvarianten weer. Ook hier is gekeken naar het PvE en de wensen die zijn opgesteld in hoofdstuk 2. Voor deelfunctie 1.a geldt hier hetzelfde als voor het leggen van een breedplaatvloer; het is niet wenselijk om een extra kraanbeweging te implementeren in het legproces. Met die reden blijft alleen het positioneren van de vloer vanaf de ladder over als ontwerpvariant. Het lossen van de klem, deelfunctie 1.d zal tevens vanaf een ladder gebeuren. Het is immers erg gevaarlijk om op de vloer te staan en vervolgens de klem te lossen. Hierdoor ontstaat een gevaarlijke situatie, tevens is er niet altijd de ruimte om op de vloer te staan. Ook in deze situatie blijven drie verschillende ontwerpvarianten over die worden meegenomen naar de volgende stap in het ontwerpproces. Figuur 3.13 geeft dit schema weer. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 51

53 Figuur 3.14: morfologisch schema voor het leggen van de eerste kanaalplaatvloer Figuur 3.13: morfologisch schema met drie overgebleven ontwerpvarianten 52 Belt-free Safety System

54 3.3.3 Het leggen van de overige breedplaatvloeren Voor het leggen van de overige breedplaatvloeren veranderen de deelfuncties. Deelfunctie nummer 4 wordt bijgevoegd, het verplaatsen van het hulpmiddel op de verdieping en van en naar de verdieping wordt toegevoegd. Op de eerste vloer klimmen wordt hier weggelaten, deze is niet meer van toepassing in deze situatie. Het morfologisch schema voor het leggen van de overige breedplaatvloeren ziet er als volgt uit, Figuur Figuur 3.15: morfologisch schema voor het leggen van de overige breedplaatvloeren Ook hier zijn een aantal opties weg te strepen die niet voldoen aan de gestelde eisen en wensen. De bereikbaarheid, deelfunctie 1.a, is niet goed uit te voeren met een uitschuifbaar deel. De kans is groot dat dit in de praktijk snel beschadigd raakt en buiten werking treedt. Daarnaast voldoet de eerste variant opening knieregel niet aan de wet- en regelgeving. Er ontstaat op deze manier namelijk een grotere opening dan 470x470mm. Deelfunctie 2, het transformeren in de breedte, kan niet worden uitgevoerd met de ontwerpvariant delen toevoegen/verwijderen. Het zal te veel tijd kosten om dit uit te voeren. Daarnaast is het een zwakke schakel ten opzichte van de stijfheid van het hulpmiddel. Ook de grijze structuurlijn valt hierdoor af. Het verplaatsen van het hulpmiddel op de verdieping, deelfunctie 4.1, wordt niet op de gele manier uitgevoerd, omdat een uitschuifbaar systeem ook vermoedelijk niet aan de eisen zal voldoen. Figuur 3.16 geeft de overgebleven ontwerpvarianten weer. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 53

55 Figuur 3.16: morfologisch schema met drie overgebleven ontwerpvarianten Het leggen van de overige kanaalplaatvloeren Voor het morfologisch schema van het leggen van de overige kanaalplaatvloeren, worden dezelfde deelfuncties ingevoerd als bij het leggen van de overige breedplaatvloeren in de vorige paragraaf. Het schema met de verschillende varianten per deelfunctie is weergegeven in Figuur Voor de varianten van deelfunctie 1.a gelden dezelfde punten als in de vorige paragraaf. Hierdoor vallen reeds drie ontwerpvarianten af. Daarnaast is het monteren van een hulpmiddel aan de hijsklem een ingrijpende variant waar technisch gezien problemen door ontstaan. Het lossen van de veiligheidskettingen aan de hijsklem, deelfunctie 1.c, is het best uit te voeren in staande positie. De variant Knieën, voor neerleggen wordt dan ook weggestreept. Daarnaast wordt ook een variant weggestreept bij het verplaatsen van het hulpmiddel op de verdieping, deelfunctie 4. Ook hier blijkt dat het uitschuifbaar maken van het systeem, waarbij een vast punt achterblijft op de eerste vloer, technisch moeilijk te realiseren is als het aan de sterkteeisen dient te voldoen. Ook deze variant zal worden weggestreept. De varianten die overblijven zijn weergegeven in Figuur Belt-free Safety System

56 Figuur 3.17: morfologisch schema voor het leggen van de overige kanaalplaatvloeren Figuur 3.18: morfologisch schema voor de twee overgebleven ontwerpvarianten Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 55

57 3.4 Selectie ontwerpvarianten De overgebleven schema s bevatten nog verschillende varianten. Per schema wordt gekeken welke structuurlijnen dezelfde varianten per deelfunctie bevatten. Deze worden dan ook meegenomen naar het ontwerp. In Figuur 3.19 zijn deze varianten met geel weergegeven voor de varianten van het leggen van de eerste kanaalplaatvloer. Voor de deelfuncties 1.e, 3 en 5 dient nu nog een keuze te worden gemaakt voor de beste varianten. Dit wordt gedaan met behulp van een keuzetabel waarbij de wensen worden uitgezet tegen de varianten. Door het toekennen van punten zal blijken welke variant als beste naar voren komt. Tabel 7 geeft de puntentelling weer voor het leggen van de eerste kanaalplaatvloer. Wanneer een 1 wordt ingevuld bij de variant dan voldoet deze beter aan de wens dan de andere variant. Een 2 wordt ingevuld wanneer de variant minder goed voldoet aan de wens dan de andere variant. Bij een 0 scoren beide varianten gelijk. Tabel 7: het toekennen van punten aan de verschillende varianten per wens. De variant met de laagste score wordt gekozen als ontwerpvariant. 0 = gelijk, 1 = voldoet het best, 2 = voldoet minder goed In Figuur 3.19 is met groen weergegeven welke variant is gekozen na het invullen van de keuzetabel. Wanneer de lijnen worden gevolgd, blijkt dat de oranje structuurlijn uit Figuur 3.19 de variant is die gekozen zal worden als ontwerpvariant voor het leggen van de eerste kanaalplaatvloer. De functies zijn als volgt ingevuld: De vloer wordt gepositioneerd vanaf een ladder De veiligheidskettingen van de hijsklem worden gelost in een rechtop staande positie De hijsklem wordt vanaf de ladder gelost De randbeveiliging aan de kopgevel wordt gerealiseerd door een deel van het hulpmiddel dat blijft staan. De langszijden zullen apart worden geplaatst. Het hulpmiddel kan in- en uitschuiven om in de juiste breedte afgesteld te worden Het wordt gefixeerd op de vloer met behulp van een Leenstra klem Men klimt op de eerste vloer door een opening in het hulpmiddel 56 Belt-free Safety System

58 Figuur 3.19: overgebleven ontwerpvarianten voor het leggen van een eerste kanaalplaatvloer. Geel: de structuurlijnen bevatten dezelfde ontwerpvarianten per deelfunctie. Groen: de gekozen varianten op basis van de uitslag uit de wenstabel. 3.5 Conclusie Op deze manier is naar alle vier de situaties gekeken en is op basis van een keuzetabel waarin de wensen uitgezet zijn tegen de varianten een keuze gemaakt voor de beste variant. Dit is geen objectieve methode. Op de volgende A3-pagina staat van de vier situaties de gekozen ontwerpvariant afgebeeld. De keuzetabellen en ingekleurde schema s opgenomen in Bijlage 5. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat de vier ontwerpvarianten uit de schema s op de volgende A3-pagina passen binnen de concepten C1 voor het leggen van de eerste vloeren als binnen concept C1 voor het leggen van de overige vloeren. Dit concept zal worden uitgewerkt aan de hand van de opgestelde functies uit de morfologische schema s. Op die manier wordt gewerkt naar een definitief ontwerp van het hulpmiddel. Figuur 3.20: concept C1 voor het leggen van de eerste kanaalplaatvloer Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren Figuur 3.21: concept C1 voor het leggen van de overige kanaalplaatvloeren 57

59 58 Belt-free Safety System

60 4 Belt-free Safety System beschrijving van de werkmethode Volgens de probleemstelling, uiteengezet in paragraaf 1.4, worden de onveilige situaties veroorzaakt doordat men de veiligheidsgordel niet consequent gebruikt, waardoor valgevaar aan de legzijden en aan de vloerrand ontstaat. Belt-free Safety System zal hier verandering in brengen. Het systeem bestaat uit vier onderdelen, zoals in Figuur 4.1 is aangegeven Figuur 4.1: de onderdelen van Belt-free Safety System. 1: veiligheidshek, 2: voorraadhek, 3: tijdelijke randbeveiliging, 4: legproces, 5: definitieve randbeveiliging 1. Veiligheidshek (groen) Het veiligheidshek, dat met groen is gearceerd in de afbeelding, is het meest kenmerkende onderdeel van het veiligheidssysteem. Het hek zal tijdens het leggen van de vloeren worden meegenomen in de legrichting en voorkomt valgevaar aan de legzijden van de vloeren. 2. Voorraadhek (oranje) Het voorraadhek, dat met oranje is gearceerd in de afbeelding, zorgt ervoor dat het materieel ten behoeve van de randbeveiliging, zowel tijdelijk als definitief, op een veilige manier in het werk gehesen kan worden. Het hek blijft tijdens het leggen van de vloeren op deze plaats staan. 3. Tijdelijke randbeveiliging (rood) De tijdelijke randbeveiliging, in de afbeelding met rood gearceerd, dient te voorkomen dat men aan de zijkant van het vloerveld naar de onderliggende verdieping kan vallen. Deze randbeveiliging heeft een tijdelijk karakter, waardoor het plaatsen en verwijderen weinig tijd in beslag dient te nemen. 4. Legproces (pijl) Het legproces beschrijft de werkmethode volgens het Belt-free Safety systeem. De volgorde van handelingen is kenmerkend voor het systeem en zorgt samen met bovengenoemde onderdelen dat het gebruik van de veiligheidsgordel overbodig is. 5. Definitieve randbeveiliging (geel) De definitieve randbeveiliging, met geel aangegeven in de afbeelding, is geen onderdeel van Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 59

61 het systeem, maar is wel noodzakelijk om de veiligheid van de bouwplaatsmedewerkers te kunnen garanderen. Deze definitieve randbeveiliging wordt ook in de huidige methode voor het leggen van breedplaatvloeren en/of kanaalplaatvloeren toegepast. Alvorens het legproces wordt toegelicht, zal eerst de werking van het veiligheidshek (paragraaf 4.1), het voorraadhek (paragraaf 4.2) en de tijdelijke randbeveiliging (paragraaf 4.3) worden toegelicht. Wanneer we voldoende kennis hebben van deze specifieke onderdelen van het Belt-free Safety System, kunnen we verder naar de integratie van deze onderdelen in het legproces (paragraaf 4.4). 4.1 Het veiligheidshek Een essentieel onderdeel van het systeem de Belt-free Safety System is het veiligheidshek. Dit hek wordt toegepast aan de legzijde van het vloerveld. De bouwplaatsmedewerkers staan hier achter om de vloeren te positioneren, zoals in Figuur 4.2 wordt weergegeven. De stijl in de buitenhoek is 30 centimeter naar achteren geplaatst. Hierdoor is het positioneren van de te leggen vloer mogelijk, zonder dat het veiligheidshek een obstakel vormt en zonder dat onveilige situaties ontstaan. De schakelketting, ter hoogte van de knieregel in de voorste hoeken van het veiligheidshek, verlenen toegang tot het vloerveld vanaf de ladder. De ketting wordt door middel van een karabijnhaak aan het hekwerk bevestigd, waardoor het gemakkelijk te openen en vast te maken is. Het veiligheidshek bestaat uit twee L-vormige delen die aan elkaar worden bevestigd door middel van klemmen, zoals in Figuur 4.3 is geïllustreerd. Op deze manier is het veiligheidshek te transformeren in de breedte, waardoor het aanpasbaar is aan de vloerbreedte. Door aluminium kokerprofielen samen te stellen zijn de vloeren met verschillende afmetingen te leggen. Wanneer, zoals in onderstaande uitwerkingen, de twee L-vorige delen drie meter breed zijn, kan met die samenstelling vloeren worden gelegd tussen de 3,6 en 5,8 meter breed. Figuur 4.2: het veiligheidshek, type KP Figuur 4.3: bovenaanzicht van het veiligheidshek, waarbij de twee L-vormige delen zichtbaar zijn Verschillen kanaalplaatvloer breedplaatvloer Het veiligheidshek is toepasbaar bij het leggen van zowel kanaalplaatvloeren als breedplaatvloeren. Het hek functioneert identiek bij beide vloertypen, met alleen een afwijkende bevestigingsmethode. Bij de toepassing van een kanaalplaatvloer wordt het hek op de vloer bevestigd met behulp van de zelfspannende stalen klem (paragraaf 2.3.2). Dit is ook weergegeven in Figuur 4.4. De klem grijpt om de kanaalplaatvloer en fixeert het hek op het vloerveld. De bevestiging van het hek aan een breedplaatvloer gaat middels een karabijnhaak aan de supporters op de breedplaatvloer. Dit is weergegeven in Figuur 4.5: een schakelketting met karabijnhaak fixeert het hek op het vloerveld. 60 Figuur 4.4: bevestiging kanaalplaatvloer zelfspannende stalen klem Belt-free Safety System Figuur 4.5: bevestiging breedplaatvloer karabijnhaak aan supporters

62 4.1.2 Materialisatie In het PvE staan een aantal eisen met betrekking tot het product, het veiligheidshek. Eis 7 stelt: Een hulpmiddel moet met max. 2 man verplaatsbaar zijn op het vloerveld. Uit de verschillende varianten is naar voren gekomen dat het hulpmiddel met de hand verplaatsbaar moet zijn, wat betekent dat het niet zwaarder mag zijn dan 50 kilogram. Het veiligheidshek zal vervaardigd worden uit aluminium. Een van de belangrijkste eigenschappen van aluminium is de kleine dichtheid, waardoor het een licht materiaal is. Doordat het een zacht materiaal is, is het gemakkelijk te bewerken zonder dat scheuren of breuken ontstaan. Daarnaast roest aluminium niet doordat het een hechte oxidehuid heeft. [j] Dimensionering Om tijdens alle handelingen een veilige situatie te creëren op het vloerveld bij het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, heeft het veiligheidshek de volgende dimensies gekregen, zie Figuur 4.6. Figuur 4.6: dimensionering in het vooraanzicht van het veiligheidshek voor het leggen van kanaalplaatvloeren [mm] De maatvoering voldoet aan de gestelde eisen voor collectieve valbeveiliging, zoals beschreven staat in paragraaf Tevens is te zien dat de twee L-vormige delen beide drie meter breed zijn. Hierdoor is het bereik in de breedte 3,6 tot 5,8 meter. Het zijaanzicht van het veiligheidshek is weergegeven in Figuur 4.7. Hier is te zien dat de zijkant van het hek drie meter lang is. Dit beslaat de standaard breedte van een breedplaatvloer en meer dan twee keer de breedte van een kanaalplaatvloer. Zoals reeds aangegeven is hier tevens te zien dat de stijl in de buitenhoek 30 centimeter naar achter is geplaatst om het positioneren van de te leggen vloer niet te hinderen. Figuur 4.7: dimensionering in het zijaanzicht van het veiligheidshek voor het leggen van kanaalplaatvloeren [mm] De hoogte van het veiligheidshek is één meter ten opzichte van het vloerveld. De figuur laat tevens zien hoe de stalen zelfspannende klem aangrijpt op de kanaalplaatvloer. Het veiligheidshek wordt opgebouwd uit kokerprofielen met een afmeting van 40 x 40 x 2 mm. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 61

63 4.1.4 Gewicht van het veiligheidshek Veiligheidshek type KP Het gewicht van het veiligheidshek voor het leggen van kanaalplaatvloeren is afhankelijk van de hoeveelheid aluminium en het gewicht van de stalen zelfspannende klemmen. Deze klemmen wegen 12 kg per stuk. [k] In totaal is 40,4 meter aluminium kokerprofiel nodig. Dit komt neer op een gewicht ruim 17 kg. Het gewicht van twee zelfspannende klemmen hierbij opgeteld geeft een totaal gewicht van bijna 41 kg. De maximale last die twee personen mogen tillen bedraagt 50 kg. Het gewicht van het hekwerk valt hier dus binnen. Veiligheidshek type BP Het gewicht van het veiligheidshek voor het leggen van breedplaatvloeren is afhankelijk van de hoeveelheid aluminium die wordt toegepast. De zelfspannende klem is hier weggenomen en de onderste ligger van het hek is doorgetrokken, waardoor in totaal één meter aluminium kokerprofiel meer gebruikt wordt. De totale lengte aan kokerprofielen is nu dan 41,4 meter. Dit komt neer op een totaal gewicht van ruim 18 kg. De gehele berekening van het gewicht van het veiligheidshek is terug te vinden in Bijlage Belt-free Safety System

64 4.2 Het voorraadhek Het tweede kenmerkende onderdeel van de werkmethode is het voorraadhek. Dit hek dient als opslagplaats voor het materieel dat benodigd is voor de permanente- en tijdelijke randbeveiliging, zoals is weergegeven in Figuur 4.8. Het benodigde materieel kan aan het voorraadhek gefixeerd worden, waardoor het als één geheel op een veilige manier in het werk te hijsen is. Figuur 4.8: een bovenaanzicht van het voorraadhek, ingericht met permanente- en tijdelijke randbeveiliging Figuur 4.9 geeft het verschil tussen permanenteen tijdelijke randbeveiliging weer. De permanente randbeveiliging, met rood aangegeven, is de randbeveiliging rond het vloerveld, die blijft staan tot het moment dat de wanden van de eerste verdieping worden gelijmd. Op het moment dat de wand op één meter hoogte boven de afgestorte vloer uitkomt, haalt de lijmer de permanente randbeveiliging weg. De tijdelijke randbeveiliging, met groen weergegeven, voorkomt valgevaar naar de onderliggende verdiepingsvloer van de volgende woning. Figuur 4.9: bovenaanzicht van 3 woningen. Rood: permanente randbeveiliging, groen: tijdelijke randbeveiliging Het voorraadhek is dusdanig ingericht dat de randbeveiliging er aan gefixeerd kan worden. Zo zijn plekken ingericht voor de permanente randbeveiliging, die voor de voorbeeldsituatie in Figuur 4.9 wordt opgebouwd uit steigerbuizen. De staanders worden verticaal vervoerd vanwege de beperkte afmeting, de liggers worden horizontaal gefixeerd. De tijdelijke randbeveiliging bestaat uit complete hekwerken die meer plaats innemen. Hiervoor is een aparte plek ingericht waar de hekken geplaatst dienen te worden. Het voorraadhek is aan het vloeroppervlak gefixeerd. Dit gaat volgens dezelfde methode als de fixatie van de tijdelijke randbeveiliging. Dit zal nader worden toegelicht in paragraaf Materialisatie Het voorraadhek wordt in staal uitgevoerd. Het hek blijft op een vaste plaats staan en wordt met de kraan gepositioneerd. Doordat het hek niet verplaatst hoeft te worden tijdens het legproces is het gewicht niet van belang, het mag zwaarder zijn dan 50 kg (maximaal tilgewicht voor twee personen). Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 63

65 4.3 Tijdelijke randbeveiliging De tijdelijke randbeveiliging is een onderdeel van het Belt-free Safety System dat bij huidige werkmethoden niet wordt toegepast. Zoals in Figuur 4.9 is aangegeven, wordt de tijdelijke randbeveiliging gepositioneerd op de scheiding tussen twee woningen. Hierdoor wordt het valgevaar aan die betreffende zijde geëlimineerd. Zoals de benaming aangeeft, heeft deze randbeveiliging een tijdelijk karakter. Dit houdt in dat het plaatsen en verplaatsen van de randbeveiliging weinig tot geen tijd in beslag mag nemen. Aan de hand van een bestaand hekwerk is dan ook het volgende type randbeveiliging ontwikkelt. Het hekwerk, zoals afgebeeld in Figuur 4.10, wordt normaliter gepositioneerd door het hek in een betonnen voetplaat te zetten. [l] Zoals in de figuur te zien is, is aan de onderzijde twee keer een u-profiel opgenomen. Deze profielen verzorgen de fixatie aan het vloeroppervlak. De afbeelding laat type BP zien: de tijdelijke randbeveiliging die toegepast dient te worden bij het leggen van breedplaatvloeren. Figuur 4.10: tijdelijke randbeveiliging, type BP De tijdelijke randbeveiliging heeft een vaste maat: het hek is 3 meter breed en 1 meter hoog Verschillen kanaalplaatvloer breedplaatvloer Net als bij het veiligheidshek, is het enige verschil tussen type KP en type BP de bevestiging aan het vloeroppervlak. Bij een kanaalplaatvloer wordt het hekwerk gefixeerd in de groef tussen de twee kanaalplaatvloeren. Bij een breedplaatvloer wordt de randbeveiliging aan de supporters gefixeerd. Bevestiging type KP Bij het leggen van kanaalplaatvloeren wordt de tijdelijke randbeveiliging gefixeerd volgens de stappen uit Figuur 4.11 en Figuur Het hekwerk heeft twee bevestigingspunten. Deze worden boven groeven (Figuur 4.13) tussen kanaalplaatvloeren geplaatst. Door aan de hendel te draaien klemt het hekwerk zich vast tussen de vloeren. Door de vorm van de groef is het hekwerk nu gefixeerd. Figuur 4.11: het hekwerk wordt geplaatst ten plaatse van de groef tussen twee kanaalplaatvloeren Figuur 4.12: door het handvat te draaien klemt het hekwerk vast tussen de gelegde vloeren 64 Figuur 4.13: impressie van twee kanaalplaatvloeren met in het midden de vorm van de groef waar het hekwerk in aangrijpt Belt-free Safety System

66 Bevestiging type BP Bij het leggen van breedplaatvloeren wordt de tijdelijke randbeveiliging type BP toegepast. Deze dient gefixeerd te worden aan de supporters van de breedplaat volgens de methode in Figuur 4.14 en Figuur De bevestigingspunten zijn in de breedterichting te verplaatsen langs de onderregel van het hekwerk zodat het precies ten plaatse van een supporter uitkomt. Aan de onderzijden van het u-profiel zijn rubberen strips aangebracht, waardoor de tijdelijke randbeveiliging niet kan gaan schuiven over de poten van de supporter voordat hij gefixeerd is. Tevens is een rubberen strip aangebracht op de plaats waar het u-profiel aan de bovenzijde op de supporter rust, om schuiven te voorkomen. Figuur 4.14: het hekwerk wordt geplaatst ten plaatse van de supporter Figuur 4.15: door de haak vast te klikken wordt het hekwerk gefixeerd Materialisatie Om een snelle montage te bewerkstelligen dient het hekwerk zo licht mogelijk te zijn. Het hekwerk dat wordt toegepast is vervaardigd uit aluminium en is zeer licht (minder dan 10kg). De bevestigingsmethode wordt vervaardigd uit stalaten platen die aan elkaar gelast dienen te worden. Hierdoor ontstaan momentvaste verbindingen die de krachten op kunnen nemen die ontstaan bij een val tegen het hekwerk Dimensionering Het hekwerk heeft een standaard breedtemaat van drie meter. De hoogte is één meter. Dit betekent dat type KP na montage op 1,05 meter boven het vloeroppervlak uit komt, type BP zal gemiddeld 1,2 meter boven het vloeroppervlak uitkomen. Bij type BP is dit afhankelijk van de hoogte van de supporters, zie Figuur Figuur 4.16: hoe hoger de supporters van de breedplaatvloer, hoe hoger het hekwerk boven het vloeroppervlak uitkomt Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 65

67 4.4 Het legproces Nu de drie essentiële onderdelen van het Belt-free Safety System - namelijk het veiligheidshek, het voorraadhek en de tijdelijke randbeveiliging - uiteen zijn gezet, kan het legproces worden toegelicht. Het legproces omvat alle handelingen die uitgevoerd moeten worden om op een veilige manier en zonder veiligheidsgordel de kanaalplaatvloeren of breedplaatvloeren te leggen. Het legproces is geïllustreerd aan de hand van een voorbeeldsituatie, die is afgeleid van de situatie waarin het systeem is getest Beschrijving van de voorbeeldsituatie Voor het ontwerpen van de werkmethode is een situatie aangenomen die vaak voorkomt. Het leggen van breedplaatvloeren bij woningbouw is daarbij een situatie die zich uitstekend leent voor het beschrijven van de werkmethode. Figuur 4.17 geeft deze situatie weer op het moment dat de eerste breedplaatvloer gelegd kan gaan worden. De begane grondvloer is gereed en de wanden van kalkzandsteen zijn gelijmd. Daarbij zijn in de bovenste laag kalkzandsteenblokken voorzieningen ten behoeve van de permanente randebeveiliging ingelijmd. De onderstempeling, die noodzakelijk zijn voor de constructieve veiligheid tijdens deze bouwfase, is ook reeds geplaatst en op hoogte gesteld. De eindsituatie voor de beschrijving van de werkmethode wordt weergegeven in Figuur Figuur 4.17: startsituatie van een fictief project, 3 woningen naast elkaar waarbij breedplaatvloeren worden toegepast Op dit moment is de eerste verdiepingsvloer gereed en heeft de lijmer de eerste laag gereed. Op het moment dat de wand van de eerste verdieping op één meter hoogte is, verwijderd hij de permanente randbeveiliging. Figuur 4.18: eindsituatie van een fictief project, de verdiepingsvloer is gestort en de eerste laat is reeds gelijmd De woningen hebben een beukbreedte van 6 meter en zijn 10 meter diep. De hoogte van de eerste verdiepingsvloer ligt 3,3 meter boven peil. De breedplaatvloeren die toegepast worden hebben een standaard breedte van 3 meter en zijn 5,62 meter lang. De oplegging is 6 centimeter per kant. Er zijn 3 stempelrijen nodig om de constructieve veiligheid tijdens de bouw te kunnen waarborgen. De voorwaarde die gesteld wordt is dat de volgorde van de vloerelementen op de vrachtwagen vooraf wordt vastgelegd, zodat men tijdens het legproces de vloeren altijd aan de vorige vloer kan aansluiten. Hierdoor kan men op het vloerveld blijven staan en zullen minder fouten worden gemaakt. 66 Belt-free Safety System

68 4.4.2 Beschrijving van de werkmethode Het Belt-free Safety System wordt beschreven aan de hand van 3D-weergaven van de uit te voeren handelingen. Op deze manier wordt duidelijk waar en wanneer de drie eerder beschreven onderdelen van het veiligheidssysteem toegepast zullen worden. Figuur 4.19: het voorraadhek wordt op de eerste vloer gehesen Figuur 4.19 laat zien dat het voorraadhek met de kraan op de vrachtwagen wordt gehesen. De vrachtwagen bevat de breedplaatvloeren voor het leggen van twee woningen. Het voorraadhek is op de grond bevoorraad en wordt op de eerste vloer bevestigd. Figuur 4.20: de hijshaken zijn van het voorraadhek verwijderd en aan de breedplaatvloer vastgemaakt, op de aangegeven plaatsen volgens opgave van de fabrikant De volgende situatie in Figuur 4.20 toont het moment dat de hijshaken aan de breedplaatvloer zijn bevestigd. De fabrikant van breedplaatvloeren geeft normaliter de hijspunten aan op het meegeleverde vloerenplan. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 67

69 Figuur 4.21: de eerste breedplaatvloer wordt gepositioneerd vanaf een ladder Nadat de eerste breedplaatvloer is aangepikt hijst de kraan de vloer richting de woningen. Daar staan twee bouwplaatsmedewerkers op een ladder in de woning om de vloer te positioneren, zoals in Figuur 4.21 is weergegeven. De breedte van de vloer is afgestreept op de wand, zodat de vloer op de juiste plaats gelegd wordt. Dit is met name van belang op hoger liggende verdiepingen, zodat de bouwplaatsmedewerkers niet aan de rand van het gebouw hoeven te staan. Figuur 4.22: boven: de eerste vloer is gelegd en de bouwplaatsmedewerkers klimmen op de vloer om de randbeveiliging te plaatsen. Rechts: de veiligheidsketting die vanaf de ladder toegang biedt tot de gelegde vloer Zodra de vloer vanaf de ladder is gepositioneerd kan men vanaf de ladder de veiligheidsketting losmaken om toegang te krijgen tot de gelegde vloer, zie Figuur Deze hangt op dat moment nog aan de kraan. Wanneer de bouwplaatsmedewerkers op de vloer zijn lossen ze de hijskettingen, zodat de kraan een nieuwe vloer kan halen bij de vrachtwagen. Vanaf dit moment moeten ze drie handelingen verrichten: het plaatsen van de permanente randbeveiliging aan de kopgevel (achter het voorraadhek) en aan de langsgevel (naast het voorraadhek), het plaatsen van de tijdelijke randbeveiliging buiten het veiligheidshek en voorraadhek en ze moeten de ladders op de vloer tillen. 68 Belt-free Safety System

70 Figuur 4.23: de tweede breedplaatvloer wordt door de kraan aangevoerd Op het moment dat zowel de permanente alsook de tijdelijke randbeveiliging is geplaatst en de ladders op de vloer zijn gehesen - zodat de bouwplaatsmedewerkers later ook weer van de vloer af kunnen - komt de volgende breedplaatvloer er aan, Figuur De vloer wordt naar benden begeleid zodat hij niet tegen het veiligheidshek of de medewerkers aan stoot. Figuur 4.24: de breedplaatvloer wordt van achter het veiligheidshek gepositioneerd De bouwplaatsmedewerkers staan tijdens het leggen van de vloeren continu in contact met de kraanmachinist met behulp van portofoons. Daarnaast communiceren ze door middel van gebarentaal. Vervolgens wordt de vloer gepositioneerd van achter het veiligheidshek, Figuur Doordat de stijl in de hoek van het veiligheidshek dertig centimeter naar achter is geplaatst kunnen de medewerkers de tweede vloer netjes tegen de eerste breedplaatvloer aan leggen. Het veiligheidshek veroorzaakt hierbij geen hinder. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 69

71 Figuur 4.25: de breedplaatvloer is gepositioneerd en de hijskettingen kunnen worden gelost. Voor het lossen van de haken is het verboden om achter het veiligheidshek vandaan te komen Zodra de vloer is gepositioneerd en de last op de wanden en de onderstempeling afdraagt, kunnen de eerste hijshaken gelost worden, Figuur Deze kunnen van achter het veiligheidshek gelost worden. Vervolgens lost men de kettingen waarmee het hek aan de breedplaatvloer is gefixeerd. Het hek wordt nu voor het eerst opgetild door de bouwplaatsmedewerkers en voor de volgende hijshaken gezet. De haken worden gelost en over het hek getild, zodat ze binnen het omringde vloerveld komen te hangen. Dit om struikelgevaar te voorkomen. Figuur 4.26: boven: de eerste twee hijshaken zijn gelost en de hijskettingen hangen binnen het omringde vloerveld. Op dit moment wordt de derde rij haken gelost. Rechts: de veiligheidsketting van het veiligheidshek is weer aan de supporters van de breedplaatvloer bevestigd In Figuur 4.26 is te zien dat de geloste hijskettingen binnen het omringde vloerveld hangen. De derde rij hijskettingen wordt nu gelost en het veiligheidshek wordt verplaatst richting de laatste hijshaken. Alvorens deze gelost worden, worden de kettingen van het veiligheidshek weer aan de supporters gehaakt waardoor het hek weer gezekerd is. 70 Belt-free Safety System

72 Figuur 4.27: de vloer is gelost uit de kraan en de permanente- en tijdelijke randbeveiliging wordt geplaatst De vloer is uit de kraan gelost en het veiligheidshek is op zijn nieuwe positie aan het vloerveld gefixeerd. In de tijd dat de kraan een nieuwe vloer aanvoert dienen de bouwplaatsmedewerkers de permanente randbeveiliging aan de langsgevel te plaatsen en de tijdelijke randbeveiliging aan de zijde van de naastliggende woning. In Figuur 4.27 is nu ook te zien dat deze handelingen worden uitgevoerd. Daarnaast laat de illustratie zien dat op geen enkele plek sprake is van valgevaar door het risico vallen van hoogte. De permanente- en tijdelijke randbeveiliging en het veiligheidshek schermen alle vloerranden af. Figuur 4.28: de volgende breedplaatvloer wordt aangevoerd door de kraan, de randbeveiligingen zijn geplaatst De randbeveiligingen zijn geplaatst en de volgende breedplaatvloer wordt aangevoerd door de kraan, zoals in Figuur 4.28 wordt weergegeven. De vloer wordt door de bouwplaatsmedewerkers weer naar beneden geleid op het moment dat de machinist de vloer laat zakken. Hij wordt op dezelfde wijze gepositioneerd en gelost als de vorige vloer. Dit is een herhaling van de handelingen die zijn verricht voor het positioneren van de tweede vloer tot en met het plaatsen van de randbeveiligingen. Ook het plaatsen van de laatste vloer zal op dezelfde wijze uitgevoerd worden. Wanneer de vloer gelost is gaat de kraan niet direct terug naar de vrachtwagen maar stuurt de kraanmachinist terug naar het voorraadhek. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 71

73 Zodra alle vloeren van de eerste woning zijn gelegd en alle randbeveiligingen zijn geplaatst, wordt het veiligheidshek opgepakt en teruggebracht naar het voorraadhek, Figuur Daar worden de hekken aan de hijshaken bevestigd en hijst de kraan de hekken terug naar de vrachtwagen, waar de volgende breedplaten klaar liggen. Ondertussen is ook het nieuwe materieel aangevoerd voor het maken van de permanente randbeveiliging aan de kopgevels van de tweede woning. Figuur 4.29: alle vloeren van de eerste woning zijn gelegd Figuur 4.30: het eerste vloerveld is gereed en de medewerkers kunnen het vloerveld verlaten door het toekomstige trapgat Het vloerveld van de eerste woning is gereed. Bij woningbouw wordt ten plaatse van het trapgat een sparing in de vloer gemaakt. Voordat de vloer wordt gelegd wordt een houten plaat op de plek van het trapgat gelegd, zodat deze tijdens het afstorten van de vloer ook open blijft. Dit trapgat is ook meteen de uitgang van het vloerveld. In de houten plaat wordt normaliter een sparing gezaagd waar een ladder in past, zodat men het vloerveld kan verlaten, Figuur De plaat die hierbij uitgezaagd wordt kan worden gebruikt als dichting van het gat, door er twee balken aan te bevestigen. Figuur 4.31: het mangat is geopend en de ladder is door het gat gezet. Hierbij is het belangrijk dat de ladder minimaal één meter boven het vloerveld uitsteekt [7] Men steekt vervolgens de trap door het mangat zodat één van de twee medewerkers naar de volgende beuk kan om daar de eerste vloer van de tweede woning te positioneren, Figuur Belt-free Safety System

74 Figuur 4.32: de eerste vloer van de tweede woning wordt gepositioneerd door één medewerker vanaf het vloerveld van de eerste woning en door één medewerker vanaf de ladder in de tweede woning Eén van de medewerkers is door het mangat naar beneden gegaan en is omgelopen naar de volgende woning, om daar vanaf de ladder de eerste vloer van de tweede woning te positioneren. De andere medewerker blijft op het vloerveld van de eerste woning staan om daar vanachter de tijdelijke randbeveiliging de eerste vloer te positioneren, Figuur Op het moment dat het veiligheidshek en het voorraadhek op de nieuwe eerste vloer zijn gepositioneerd wordt het aangevuld met materieel ten behoeve van de permanente randbeveiliging. De tijdelijke randbeveiliging hoeft niet aangevuld te worden omdat de hekwerken die nu op de verdiepingsvloer staan worden verplaatst zodra de vloer is gelegd. Het positioneren van de eerste vloer van de tweede woning gaat op exact dezelfde wijze als bij het positioneren van de eerste vloer van de eerste woning, met de enige nuance dat één van de medewerkers nu op het reeds gelegde vloerveld staat. Figuur 4.33: het positioneren van de tweede breedplaatvloer van de tweede woning Zodra de eerste vloer is gepositioneerd en gelost wordt de permanente randbeveiliging achter het voorraadhek geplaatst en wordt de tijdelijke randbeveiliging verplaatst naar de scheiding tussen woning twee en woning drie. Vervolgens komt de tweede breedplaatvloer er aan (Figuur 4.33). Deze wordt op dezelfde wijze gepositioneerd als de andere vloeren, met die nuance dat één van de medewerkers nog steeds op het andere vloerveld staat. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 73

75 Figuur 4.34: de medewerker die op het vorige vloerveld stond brengt de tijdelijke randbeveiliging naar de nieuwe positie Zodra de tweede vloer is gelegd en de hijskettingen zijn gelost, ontstaat de opening tussen het eerste en het tweede vloerveld. Het eerste hekwerk van de tijdelijke randbeveiliging was na het leggen van de eerste vloer van de tweede woning reeds verplaatst. Hierdoor ontstaat nu toegang voor de andere medewerker om ook het vloerveld van de tweede woning te betreden, Figuur Deze persoon neemt daarbij ook direct de tijdelijke randbeveiliging van de tweede vloer mee naar de volgende positie, zodat deze is gefixeerd aan het vloerveld voordat de kraan met de volgende breedplaatvloer terugkomt. Figuur 4.35: het vloerveld van de tweede woning is gereed en alle randbeveiligingen zijn geplaatst Vervolgens worden de vloeren op dezelfde wijze gelegd zoals de vloeren van de eerste woning. De tijdelijke randbeveiliging wordt steeds verplaatst, waardoor geen nieuwe hekken aangevoerd hoeven te worden. De permanente randbeveiliging aan de kopgevels van de tweede woning zijn ook geplaatst, het vloerveld is gereed (Figuur 4.35). Nog steeds is een omringd vloerveld en hoeft men geen veiligheidsgordel te gebruiken. Het leggen van de vloeren van de derde woning gaan op dezelfde wijze als het leggen van de vloeren van de tweede woning. In dit geval wordt de tijdelijke randbeveiliging niet hergebruikt maar teruggehangen aan het voorraadhek. Aan de langsgevel van de derde woning dient namelijk permanente randbeveiliging geplaatst te worden. 74 Belt-free Safety System

76 Figuur 4.36: het vloerveld van de drie woningen is gereed: de installaties zijn geplaatst en de vloer is afgestort Wanneer ook de breedplaatvloeren van de derde woning zijn gelegd is men klaar met het leggen van de vloeren. Op dit moment staat de onderaannemer die de installaties op de vloer plaatst klaar om het vloerveld te betreden en de installaties aan te brengen. Zodra de installaties gereed en gecontroleerd zijn wordt het vloerveld klaargemaakt om af te storten. De permanente randbeveiliging voorziet nog steeds in de veiligheid aan de vloerrand. Zodra de vloer is afgestort zien de drie woningen er uit als in Figuur Het vloerveld is onderbroken ten plaatse van de woningscheidende wand, om te voorkomen dat tijdens de gebruiksfase geluid van de ene woning naar de andere woning loopt. Figuur 4.37: de eerste laag van de wanden van de eerste verdieping is gelijmd Zodra het beton van de verdiepingsvloer voldoende uitgehard is kan de volgende onderaannemer het vloerveld betreden: de lijmer zal de wanden van de eerste verdiepingsvloer vervaardigen. Figuur 4.37 geeft dit weer. Op het moment dat de wand minimaal één meter boven het vloerveld uit komt, wordt de randbeveiliging verwijderd. De situatie als in Figuur 4.37 is de aangegeven eindsituatie. Vanaf dit moment worden dezelfde handelingen als hierboven beschreven uitgevoerd en wordt de tweede verdiepingsvloer gelegd zodra de wanden gereed zijn. Alle handelingen en bewerkingen, tevens die van de onderaannemers, hebben op een veilige manier plaatsgevonden. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 75

77 4.5 Definitieve randbeveiliging De definitieve randbeveiliging die aan de vloerrand wordt toegepast is een bestaande techniek. Dit type randbeveiliging wordt, samen met de klembalusters waar steigerplanken in worden gelegd, het meest toegepast tijdens een bouwproject. De definitieve randbeveiliging die wordt toegepast wordt opgebouwd uit steigerbuizen, zie paragraaf In de afbeeldingenreeks hieronder wordt weergegeven hoe de definitieve randbeveiliging van steigerbuizen wordt opgebouwd. Figuur 4.38: tijdens het lijmen van de wand neemt de lijmer de steunen mee ten behoeve van de definitieve randbeveiliging. De onderste steun wordt tussen de blokken in gelijmd en wordt op die manier gefixeerd. Figuur 4.39: de bovenste laat van de wand wordt gelijmd. Nu is de onderste steun ingelijmd, de bovenste steun wordt aan de wand genageld. De bovenste steun bevat een ronde opening waar de staander vervolgens in geplaatst kan worden. Figuur 4.40: voordat de staander geplaatst kan worden moet eerst de vloer gelegd zijn (hier is het voorraadhek en het veiligheidshek even weggelaten). Vanaf de vloer wordt de staander in de steun geplaatst. Figuur 4.41: zodra de staanders zijn geplaatst worden de horizontale buizen geplaatst, deze worden met klemmen (Figuur 4.42) aan elkaar bevestigd aan de binnenzijde van de staanders. Figuur 4.38: tijdens het lijmen van de wand wordt de onderste steun ingelijmd Figuur 4.39: de bovenste laag wordt gelijmd, daar wordt een tweede steun met opening aan de wand bevestigd Figuur 4.40: de staander wordt in de steun geplaatst nadat de vloer is gelegd Figuur 4.41: de horizontale buizen worden aan de binnenzijde van de staanders geplaatst 76 Figuur 4.42: de klem waarmee de horizontale Belt-free Safety buis System aan de staander wordt bevestigd

78 4.6 Belt-free Safety System bij het leggen van kanaalplaatvloeren Zoals in de doelstelling is aangegeven, dient het systeem voor breedplaatvloeren en kanaalplaatvloeren toepasbaar te zijn. In de paragrafen hiervoor is reeds aangegeven welke verschillen het systeem kent bij de toepassing van een kanaalplaatvloer ten opzichte van een breedplaatvloer. Voor het legproces is slechts het leggen van de eerste kanaalplaatvloer afwijkend. Bij het leggen van de eerste breedplaatvloer wordt het veiligheidshek mee ingehesen. Dit is bij het leggen van de eerste kanaalplaatvloer niet mogelijk, hierbij ontstaat een conflict tussen de onderregels van het hek en de hijsklem, zoals in Figuur 4.43 is weergegeven. Daarnaast is het niet wenselijk om na het leggen van de eerste kanaalplaatvloer direct het vloerveld te betreden. De vloer is slechts 1,2 meter breed, waardoor zeer gevaarlijke situaties kunnen ontstaan wanneer men direct de vloer betreed. Om deze gevaarlijke situatie te voorkomen worden eerst twee kanaalplaatvloeren vanaf de ladder gepositioneerd, zie Figuur Hierna is de breedte van het vloerveld 2,4 meter, een acceptabele afmeting voor het betreden van het vloerveld. Alvorens men het vloerveld mag betreden dient eerst het veiligheidshek en het voorraadhek in het werk gehesen te worden. Deze worden met een aangepast verloopstuk met de hijsklem van de kanaalplaatvloeren gehesen. Vanaf de ladder zijn beide delen te positioneren en worden gefixeerd met de stalen zelfspannende klem, Figuur Vervolgens kan men vanaf de ladder het vloerveld betreden. Figuur 4.43: conflict tussen de onderregels van het veiligheidshek en de hijsklem van een kanaalplaatvloer Figuur 4.44: de tweede kanaalplaatvloer wordt vanaf de ladder gepositioneerd Figuur 4.45: het veiligheidshek en het voorraadhek zijn op de vloer geplaatst, waardoor het nu veilig is het vloerveld te betreden De derde kanaalplaatvloer wordt vervolgens vanaf het vloerveld gepositioneerd, de bouwplaatsmedewerkers staan nu achter het veiligheidshek, Figuur 4.46 Vanaf dit moment worden dezelfde handelingen uitgevoerd als bij het leggen van breedplaatvloeren. Figuur 4.46: de derde kanaalplaatvloer wordt vanaf het vloerveld gepositioneerd Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 77

79 4.7 Eigenschappen Belt-free Safety System De eigenschappen van het Belt-free Safety System kan worden beschreven zoals de bestaande methoden uit paragraaf 2.3. Toepassingsgebied: kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren Risico s tijdens gebruik: losschieten van de hijsklem van de kanaalplaatvloer, struikelen over tralieliggers van de breedplaatvloeren Aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen: geen Kosten: zie paragraaf 4.8. Voordelen: Geen veiligheidsgordel Het grootste voordeel van het systeem is uit de benaming af te leiden: men hoeft geen gebruik te maken van de veiligheidsgordel. De veiligheidsgordel wordt als hinderlijk en belemmerend ervaren door de bouwplaatsmedewerkers. Uit de interviews die gehouden zijn om het PvE op te kunnen stellen is dan ook duidelijk naar voren gekomen dat men graag een systeem zou gebruiken waarbij geen veiligheidsgordel gebruikt hoeft te worden. Geen valgevaar De werkmethode is dusdanig ingericht dat er geen sprake is van valgevaar tijdens de uit te voeren handelingen. Jaarlijks kwamen 42 ongevallen voor tijdens activiteiten voor het aanleggen van een dak of verdieping. Eén op de negen personen komt hierbij te overlijden, twee op de negen houden blijvend letsel over aan de val. [d] [h] Omdat bij het Belt-free Safety System geen valgevaar voorkomt, zal het aantal ongevallen snel terug lopen. Veilig gevoel Een ander voordeel van het systeem is dat de bouwplaatsmedewerkers een zeer veilig gevoel hebben tijdens het leggen van de vloeren. Doordat het risico vallen van hoogte uit het legproces is geëlimineerd, hoeven zij hier geen tijd en aandacht meer aan te besteden. Hierdoor kunnen zij zich volledig richten op de uit te voeren werkzaamheden, waardoor de productiviteit verhoogd. Verhoogt bouwtempo Wanneer de kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren gelegd worden volgens het Belt-free Safety System, zal een verhoogt bouwtempo gehaald worden. Doordat de bouwplaatsmedewerkers de permanente- en tijdelijke randbeveiliging plaatsen op het moment dat de kraan een nieuwe vloer aanvoert, wordt hier tijdwinst geboekt. Volgens de huidige werkmethode wordt de randbeveiliging achteraf geplaatst, waardoor een extra hijsbeweging nodig is en men na het leggen van de vloeren nog enige tijd bezig is om de beveiliging op te bouwen. Deze tijd achteraf wordt nu bespaard. Nadelen: Werkvoorbereiding Vereist werkvoorbereiding voor de volgorde van de vloeren op de vrachtwagen (dit wordt verder toegelicht in paragraaf 5.2.6) 78 Belt-free Safety System

80 4.8 Kosten van het Belt-free Safety System Ten behoeve van een kostenberekening is een offerteaanvraag gedaan bij Smederij Verbruggen BV. De stukken die hiervoor zijn ingediend zijn opgenomen in Bijlage 7. Gevraagd is naar een prijs voor het veiligheidshek, een prijs voor het voorraadhek en de prijs voor de tijdelijke randbeveiliging. Alle prijzen zijn gebaseerd op type BP, voor de toepassing bij het leggen van breedplaatvloeren. Smederij Verbruggen heeft de volgende prijzen geoffreerd: Veiligheidshek: 2.400,= (aluminium) Voorraadhek: 2.200,= (staal) Tijdelijke randbeveiliging: 700,= (per stuk) In totaal zijn voor bovengenoemde situatie vier hekken van de tijdelijke randbeveiliging benodigd. In totaal komt de prijs dan uit op 7.400,= voor het systeem, plus de kosten van de definitieve randbeveiliging aan de vloerrand. Deze zijn nu niet meegenomen, omdat de definitieve randbeveiliging in de huidige legmethode en bij het Belt-free Safety System toegepast wordt. In Tabel 8 zijn de economische productgegevens weergegeven van de onderdelen van het systeem. Hierbij zijn de prijsstijging per jaar in procenten, het opslagpercentage onderhoud en de bezettingsgraad tot stand gekomen in overleg met Hurks materieel bv. De bezettingsgraad is hierbij een optelsom van het aantal werkbare dagen min de dagen dat het systeem opgeslagen wordt. Tabel 8: economische productgegevens van de onderdelen van het Belt-free Safety System Productgegevens Aanschafwaarde per heden Veiligheidshek Voorraadhek Tijdelijke randbeveiliging (per 4 stuks) Economische levensduur in jaren 5 Prijsstijging per jaar in procenten 2% Vervangingswaarde Opslagpercentage onderhoud 1,86% Bezettingsgraad 40% Aan de hand van deze productgegevens kan een huurtarief worden berekend wanneer het systeem eigendom is van Hurks materieel en wordt verhuurd aan Hurks bouw zuid bij het leggen van kanaalplaatvloeren of breedplaatvloeren. De jaarlijkse kosten voor het systeem bedragen 1.617,64 (afschrijvingskosten + onderhoudskosten). Het systeem kan 104 dagen per jaar worden ingezet (52 weken * 5 dagen * 40%), wat inhoudt dat het systeem 15,55 per dag kost. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 79

81 Wens 5 Toetsen van de werkmethode De ontwikkeling van een product of systeem is pas afgerond zodra het getoetst is in de praktijk en de mening van de (toekomstige) gebruikers is onderzocht. Voordat de toets in de praktijk is uitgevoerd dient het ontwerp eerst getoetst te worden aan het PvE. 5.1 Toets aan het PvE Uit het gehouden onderzoek is gebleken dat een hulpmiddel moest worden ontworpen dat valgevaar aan de legzijde van een vloerveld voorkomt. Voor het leggen van een vloerelement is informatie benodigd, materiaal, arbeid en materieel. In Figuur 5.1 is in het grijs is de functie van de nieuwe werkmethode gemarkeerd: de nieuwe methode is zowel een proces (het leggen van kanaalplaat- en/of breedplaatvloeren) als een product (een hulpmiddel). Dit alles heeft als doel een vloerveld gereed te krijgen, met als voorwaarde dat het aan de huidige regelgeving voldoet. Figuur 5.1: de functies van de te ontwerpen werkmethode aangegeven in een SADT-schema, in het grijs gemarkeerd [11] In de tabel op de volgende A3-pagina is nogmaals de matrix weergegeven waarin de bestaande technieken worden getoetst aan het PvE. Deze matrix is in paragraaf 2.7 reeds besproken. In de matrix op de volgende pagina is tevens het Belt-free Safety System opgenomen en wordt getoetst aan het PvE. In een oogopslag is te zien dat het systeem aan de gestelde eisen voldoet. In Tabel 9 staan de punten van het Programma van Wensen nog een keer opgesomd. Rechts in de tabel is een kolom opgenomen waarin aangegeven is of het Belt-free Safety System aan de gestelde wensen voldoet. Zoals in een oogopslag te zien is, wordt niet aan alle wensen voldaan. Om toch aan de wensen te kunnen voldoen zou het ontwerp bijgesteld of aangevuld kunnen worden indien Hurks het systeem ook daadwerkelijk wil gaan toepassen bij het leggen van breedplaatvloeren en kanaalplaatvloeren. Tabel 9: Programma van Wensen, aangevuld met de checklist PROGRAMMA VAN WENSEN 24 Een hulpmiddel moet uit zo groot mogelijke elementen bestaan, te tillen door 2 man 25 De doorlooptijd moet zo kort mogelijk zijn 26 De kosten voor een hulpmiddel moeten zo laag mogelijk zijn 27 De constructie ontwerpen zodat er een natuurlijke randbeveiliging ontstaat X 28 Een hulpmiddel moet weinig onderdelen bevatten om falen/defecten te beperken 29 Een hulpmiddel moet weinig handelingen bevatten in de uitvoering 30 De werkmethode moet weinig/geen dubbele handelingen bevatten 31 De werkmethode moet een werkvloer bevatten rond het vloerveld X 32 De randbeveiliging aan de vloerrand wordt geplaatst voordat de vloeren worden X gelegd 33 De werkmethode is een totaaloplossing voor het leggen van een vloerveld, vanaf de eerste tot en met de laatste vloer 34 De doorlooptijd van het legproces is niet langer dan de doorlooptijd van het huidige proces 35 Er hoeven geen instandhoudingwerkzaamheden te worden uitgevoerd 80 Belt-free Safety System

82 5.2 Toets bij project Groeseind - Tilburg Als afronding van de ontwikkeling van de veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, is een toets in de praktijk uitgevoerd Projectgegevens De toets heeft plaatsgevonden bij woningbouwproject Groeseind te Tilburg. Dit project bestaat uit verschillende fasen. Inmiddels is Hurks bouw zuid bezig met de uitvoering van fase 3, waarvoor 85 woningen/appartementen worden gerealiseerd. Figuur 5.2 bevat een plattegrond van fase 3 van het project. Het Belt-free Safety System wordt getest bij drie appartementen van blok D. In de figuur zijn met Figuur 5.2: plattegrond van fase 3 bij project Groeseind te Tilburg. Met rood zijn de woningen gearceerd waar de toets plaats vindt rood de appartementen gearceerd waar de test precies plaats vindt. De tweede verdiepingsvloer zal gelegd moeten worden, hiervoor worden breedplaatvloeren toegepast. De bovenkant van de verdiepingsvloer zal uitkomen op millimeter plus peil. Normaliter moet men op deze hoogte verplicht aangelijnd vloeren leggen Doel van de toets Als afronding van de ontwikkeling van de veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren, is een toets in de praktijk uitgevoerd. Bij deze toets was het niet mogelijk om het systeem te testen zoals het in hoofdstuk 4 is uitgewerkt, omdat geen prototype van het systeem vervaardigd is. Om toch te toetsen of het systeem in de praktijk zou kunnen werken, is met behulp van ander materieel het systeem nagebootst. Hierbij moet benadrukt worden dat het concept is getoetst en de volgorde van handelingen, maar dat tijdens de toets niet overal het valgevaar weg is genomen. Het doel van de toets is dan ook het toetsen van de volgorde van handelingen tijdens het legproces, in een situatie die de beoogde situatie, beschreven in het vorige hoofdstuk, nabootst. Hierbij wordt met name gelet of het plaatsen van de definitieve- en tijdelijke randbeveiliging mogelijk is in de tijd dat de kraan een nieuw vloerelement aanvoert Aanvangssituatie De aanvangssituatie van de toets is te vergelijken met de aanvangssituatie van het fictieve project (Figuur 4.17). De aanvangssituatie van blok D is weergegeven in Figuur 5.3. De wanden zijn gelijmd, hierbij zijn tevens de voorzieningen voor de definitieve randbeveiliging in de wanden meegenomen. Daarnaast zijn de stempelrijen geplaatst en op de juiste hoogte gesteld, zodat de breedplaatvloeren hier op gelegd kunnen worden. De vloeren zullen, gezien vanuit Figuur 5.3, van rechts naar links Figuur 5.3: de aanvangssituatie van de toets, de wanden zijn gereed en de onderstempeling is op hoogte geplaatst Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 81

83 gelegd worden. Links onder in beeld van de foto zien we de vrachtwagen met breedplaatvloeren al klaar staan Betrokken personen bij de toets Er zijn verschillende personen bij de toets betrokken, medewerkers met verschillende functies. Hieronder volgt een opsomming van de aanwezigen. Toon Hulsen, Sander Scheffers (uitvoerders) René van Dijk (voorman) Robert van de Kerkhof, Nico Donkers (timmermannen) Mark Nelemans (leerling timmerman) Kraanmachinist (Baetsen kraanverhuur) Jan Hendriks (Veiligheidskundige Hurks) Ingeborg van den Ban (ontwerpster Belt-free Safety System) De toets Alvorens de breedplaatvloeren in het werk gelegd kunnen worden dienen de bouwplaatsmedewerkers geïnstrueerd te worden. Na de ochtendpauze is een werkinstructie gehouden aan de hand van illustraties van het Belt-free Safety System en vervolgens illustraties van de uit te voeren handelingen tijdens de toets. Hierin is benadrukt dat de toets niet geheel overeenkomt met de beoogde werkelijkheid, maar de werkelijkheid na te bootsen door de volgorde van handelingen te toetsen. Het materieel dat is gebruikt tijdens de toets bestaat uit zogenaamde meterhekken van Total Fence, weergegeven in Figuur 5.4. Deze hekken zijn door Hurks Materieel ter beschikking Figuur 5.4: de toegepaste hekken van Total Fence gesteld, inclusief stalen voetplaten om de hekken in te zetten. De aluminium hekken hebben een afmeting van 2,9 bij 1 meter. De stalen voetplaten zijn relatief zwaar, deze wegen 11kg per stuk. Tijdens de toets zijn negen breedplaatvloeren gelegd volgens de nieuwe werkmethode. Net als met iedere handeling die uitgevoerd wordt op een bouwplaats, was het leggen van de eerste vloeren even wennen en aftasten. Na nog een aantal korte instructies hadden de bouwplaatsmedewerkers de slag te pakken en werd de werking van het systeem ook echt zichtbaar: een veilig vloerveld, waarbij geen valgevaar aanwezig is en waarbij voldoende tijd is om de permanente- tijdelijke randbeveiliging te plaatsen voordat de volgende vloer gehaald is. De foto-impressie op de volgende pagina geeft een goed beeld van de toets. De eerste twee foto s zijn genomen aan het begin van de test. Zoals gezegd was het leggen van de eerste vloeren even wennen en aftasten. Op de eerste foto zijn van links naar rechts te zien: Nico Donkers, Ingeborg van den Ban en Robert van de Kerkhof. Ingeborg evalueert met de bouwplaatsmedewerkers het leggen van de eerste breedplaatvloeren en geeft aanwijzingen voor de volgende vloeren. De foto rechts in de eerste rij laat het hijsen van de eerste vloer van de tweede woning zien. Hierbij is het voorraadhek vervangen voor tijdelijke randbeveiliging. Het veiligheidshek wordt nagebootst met de twee hekken aan de voorzijde van de breedplaatvloer. De vloer wordt vanaf de ladder gepositioneerd. 82 Belt-free Safety System

84 De tweede rij foto s bevat opnamen van het positioneren van de eerste vloer, en vervolgens het betreden van de eerste vloer. Nadat de hijskettingen zijn gelost wordt de permanente randbeveiliging geplaatst. De vierde foto van de tweede rij illustreert dit. Robert van de Kerkhof plaatst hier de staander voor de randbeveiliging, in de houders die door de lijmer tijdens het lijmen van de wanden zijn meegenomen. Op de eerste twee foto s van de onderste rij van de sfeerimpressie is te zien hoe de tweede vloer wordt gepositioneerd. De bouwplaatsmedewerkers zitten achter het hekwerk om de vloer te positioneren. Op de derde foto is te zien dat de laatste vloer van de tweede woning is gelegd. Een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren 83

85 5.2.6 Conclusies en bevindingen Het doel van de toets was het testen van de volgorde van handelingen tijdens het legproces, in een situatie die de beoogde situatie nabootst. Hierbij is met name gelet op het plaatsen van de definitieve- en tijdelijke randbeveiliging, of mogelijk is in de tijd dat de kraan een nieuw vloerelement aanvoert. Er is gebleken dat de volgorde van handelingen erg werkbaar is en met twee personen uitvoerbaar is. Tevens bleek dat men voldoende tijd heeft om de randbeveiligingen te plaatsen in de tijd dat een nieuw vloerelement wordt aangevoerd. Hiermee is de toets geslaagd. Daarnaast zijn uit de toets twee punten naar voren gekomen die als aandachtspunt dienen voor verdere uitwerking en gebruik van het Belt-free Safety System. De vracht van breedplaatvloeren is altijd dusdanig op de vrachtwagen gestapeld dat de kleinste vloeren, de passtroken, bovenop liggen. De smalste passtrook van een breedplaatvloer die gelegd mag worden moet minimaal twee meter breed zijn. Is de passtrook smaller dan is het betreden van de vloer gevaarlijk voor de bouwplaatsmedewerkers, omdat er dan te weinig bewegingsruimte op de vloer is. Dit betekent dat men bij het bestellen van de vloeren de vracht dient te controleren en er voor te zorgen dat men met een vloerelement kan beginnen die breed genoeg is. Een tweede punt dat naar voren kwam is het feit dat een vloerveld in breedte kan verschillen van een woning/appartement. Dit is ook in Figuur 5.3 te zien: tussen de twee appartementen zit aan de rechterkant een inkassing. Hier wordt uiteindelijk het trappenhuis geplaatst. De vracht van de vloeren was zo gestapeld dat men rechts begon met leggen, op het smalle deel van het vloerveld, en zo naar links werkte naar het brede deel van het vloerveld. Het feit wilde echter dat de overgang van het smalle naar het brede deel op één vloerelement zat, en niet op de overgang tussen twee vloerplaten, zoals ook in Figuur 5.5 is te zien. Figuur 5.5: de overgang van beukbreedte op één vloerelement Op de foto is links de tijdelijke randbeveiliging te zien en rechts de woningscheidende wand. Doordat de woning breder wordt is het op dit moment niet mogelijk om het hek uit te schuiven naar de nieuwe beukbreedte en kunnen de bouwplaatsmedewerkers niet op de hoek van de vloer gaan zitten om de volgende vloer te positioneren. Hieruit is geconcludeerd dat men niet van smal naar breed, maar van breed naar smal moet werken wanneer de woning verschillende beukbreedtes heeft. 84 Belt-free Safety System

Nog meer weergeven

Belt-free safety system een veilige werkmethode voor het leggen van kanaalplaatvloeren en breedplaatvloeren - PDF Free Download (2024)

FAQs

Wat is beter kanaalplaatvloer of breedplaatvloer? ›

Het verschil met een breedplaatvloer is dat in de kanaalplaatvloer holle kanalen zijn aangebracht. Hierdoor zijn de platen lichter dan bij een breedplaatvloer, zonder veel draagkracht te verliezen. Dankzij het lichte gewicht van deze platen is deze vloer uitermate geschikt om aan te brengen als verdiepingsvloer.

Hoe dik moet mijn kanaalplaatvloer zijn? ›

Diktes van kanaalplaten variëren van 135-500 mm, breedtes 600 of 1200 mm en lengtes van 5 tot zelfs 18 m (afhankelijk van de dikte); er komt meestal een 50 mm dekvloer op de kanaalplaatvloer. De dikte van de dekvloer moet voldoende zijn om leidingen e.d. op een goede manier te kunnen bergen.

Wat kost een geisoleerde kanaalplaatvloer? ›

De goedkoopste optie: kanaalplaatvloeren zijn goedkoper dan breedplaatvloeren en kiest u een kanaalplaatvloer van minimale dikte (en dus met minimale isolatiewaarde) dan betaalt u gemiddeld zo'n €90 per vierkante meter. Als het vloeroppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter dan kan dit meer zijn.

Hoe werkt breedplaatvloer? ›

De breedplaatvloer is een geprefabriceerde, gewapende betonvloer. De breedplaat is voorzien van doorlopende tralieliggers die, op het werk, worden verbonden met een constructief meewerkende gewapende betonlaag. De breedte, lengte en dikte van de plaat zijn variabel en afhankelijk van de belasting en de overspanning.

Wat kost een breedplaatvloer per m2? ›

Bevindingen bouwkosten en bouwtijd

De door ons begrootte breedplaatvloer variant sluit op bouwkosten ter hoogte van € 3.243.500,-. Per m2 BVO is dat € 1.525,-, per woning € 108.000,-.

Waarom vilt onder kanaalplaatvloer? ›

Om uw laminaatvloer extra te beschermen, kunt u vilt gebruiken onder meubelpoten. Deze viltjes voorkomen krassen en beschadigingen aan de vloer wanneer meubels worden verplaatst. Het vilt zorgt voor een zachte, glijdende beweging en beschermt tegelijkertijd de vloer tegen slijtage.

Hoe ver kan een kanaalplaatvloer overspannen? ›

De voor- en nadelen van een kanaalplaatvloer

Een kanaalplaat kan wel tot 18 meter overspannen. Dankzij diktes tot wel 500 mm kan hij ook nog eens hoge belastingen dragen. Hoewel deze eigenschappen vooral van pas komen bij grotere projecten, biedt het ook zeker voordelen voor woning bouw.

Kan je boren in een kanaalplaatvloer? ›

Verankering in beton van een kanaalplaatvloer kan plaatsvinden door: - ankers te boren Boor uitsluitend op de plaats waar de kanalen zich bevinden. Verankering vindt dus plaats in het beton van boven- of onderschil. Niet boren in de dammen, hierin kan zich de wapening bevinden.

Wat is de maximale overspanning van een breedplaatvloer? ›

Overspanningen tot circa 10 m zijn mogelijk. Het productieproces van de breedplaatvloer is niet gebonden aan vaste of rechte vormen, zodat ook trapeziumvormen, cirkels en ovalen tot de mogelijkheden behoren.

Wat voor isolatie onder kanaalplaatvloer? ›

Voor het isoleren kan gebruik gemaakt worden van PIR of harde isolatieplaten, waaronder EPS, XPS en steenwol. Het isolatiemateriaal dient op PE folie geplaatst te worden. De gekozen isolatieplaten dienen drukvast te zijn en tussen 6 tot 10 centimeter dik te zijn.

Wat is de maximale overspanning van een kanaalplaatvloer? ›

Dankzij haar constructieve eigenschappen is de geïsoleerde kanaalplaat geschikt voor overspanningen tot wel 18 meter. Deze overspanningen zijn veelal benodigd in de ruimere woningbouw en de utiliteitsbouw.

Wat is de draagkracht van een kanaalplaatvloer? ›

De kanaalplaatvloer 260 is geschikt als vrijdragende verdiepings- of dakvloer in de woning- en utiliteitsbouw. Vrije indeelbaarheid Ten aanzien van vrije indeelbaarheid kunnen lichte scheidingswanden in rekening worden gebracht als een gelijkmatig verdeelde belasting van maximaal 1,2 kN/m1.

Hoe dik moet beton op Zwaluwstaartplaten? ›

Laagdikte moet minimaal 30 mm op de bovenzijde van de zwaluwstaartplaat zijn (totale minimale vloerdikte = 16 + 30 = 46 mm). De aangebrachte gietdekvloer dient met behulp van een drijfrei afgewerkt te worden. Het zgn. dobberen van de vloer dient zowel in de breedte als in de lengte (kruislings) te gebeuren.

Hoeveel cm beton op breedplaatvloer? ›

Een breedplaatvloer is een dunne schil van 5 of 7 cm dik gewapend beton en wordt gebruikt voor het vervaardigen van een verdiepingsvloer. De afmeting is de breedte van de woning met een maximum van ca. 7 meter.

Hoe ver kan een breedplaatvloer overspannen? ›

De maximale overspanning is 8 m en met voorspanning 10 m.

Waarom kiezen voor kanaalplaatvloer? ›

De kanaalplaat bespaart tot 50% beton ten opzichte van massieve vloeren. Het lichtere eigengewicht en de voorspanning bespaart ook nog eens zeer fors in de wapening. De vloer is 100% recyclebaar en bij het industriële productieproces is er geen afval.

Is een kanaalplaatvloer duurzaam? ›

Door het beperkte materiaalverbruik en het feit dat alle materialen geschikt zijn voor hergebruik is de geïsoleerde kanaalplaat een milieuvriendelijke systeemvloer die zeer geschikt is voor het concept Duurzaam Bouwen.

Hoe lang kan een breedplaatvloer zijn? ›

Voor breedplaten geldt een breedte vanaf 3 m en lengte tot 10 m. Gangbare maten zijn: 5-7,2 m breed en 200-300 mm dik met 50 mm dekvloer (afwerklaag); i.v.m. demping van geluid geldt eigenlijk: dikte > 300 mm en 50 mm afwerklaag.

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Arline Emard IV

Last Updated:

Views: 5369

Rating: 4.1 / 5 (72 voted)

Reviews: 87% of readers found this page helpful

Author information

Name: Arline Emard IV

Birthday: 1996-07-10

Address: 8912 Hintz Shore, West Louie, AZ 69363-0747

Phone: +13454700762376

Job: Administration Technician

Hobby: Paintball, Horseback riding, Cycling, Running, Macrame, Playing musical instruments, Soapmaking

Introduction: My name is Arline Emard IV, I am a cheerful, gorgeous, colorful, joyous, excited, super, inquisitive person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.